(Een filosofisch stukje…)
Eén van de moeilijkste
opgaven voor een mens, is “samen leven”.
Dat is zo voor
gemeenschappen, nationaliteiten, culturen, enzovoort. En helaas toont de wrede
realiteit dat dit héél dikwijls niet lukt. Zie maar in het Midden Oosten, of in
Jemen of in Congo. Maar ook bij ons. Moslims en niet-moslims, bijvoorbeeld: het
blijft een héél moeilijk verhaal.
Maar het is ook zo voor
individuen: het is niet evident voor mensen om met elkaar samen te leven. In
een huwelijk, of in een andere vorm van samenwonen. Want “samen leven” betekent altijd een deel van jezelf “opgeven”. Sommige van je wensen moet je
opzij schuiven, oude gewoontes moet je afleren, verlangens en dromen moet je
opbergen. Je moet altijd rekening houden met “de ander”: met zijn/haar noden en behoeften en verlangens, met
zijn/haar eigenaardigheden en tekortkomingen waar je je misschien aan ergert of
die je vervelend vindt. “Samen leven”
houdt altijd heel veel “geven en nemen”
in.
Wie niet bereid is om te
“geven”, wie niet écht bereid is een
stukje van zichzelf af te geven en te verliezen, die kan niet “samen leven”. Dat werkt niet. Die zal na
korte tijd het gevoel hebben dat hij/zij té veel is kwijt geraakt.
Tenzij, natuurlijk, de
ander akkoord is om alléén maar te “geven”
en niet te “nemen”. Ons moeder was zo
iemand: ik heb nooit gemerkt dat zij ook iets voor zichzelf gevraagd heeft. Zij
heeft zichzelf volledig opgeofferd in dat “samen
leven”, zij heeft zichzelf volledig “gegeven”
in haar gezin. In het nieuws wordt er altijd gezocht naar “helden”, en dat zijn dan mannen/vrouwen die iets “uitzonderlijks” hebben gepresteerd. Bij
voorkeur iets dat erg spectaculair is. Maar échte helden, dat zijn mensen als
ons moeder: mensen die zich volledig wegcijferen voor de anderen. Ik ken ook nu
nog zo’n mensen, zo’n “helden”. Ik
zal ze niet bij naam noemen, maar ik hoop dat ze weten dat ik het over hen heb
als ze dit lezen.
Maar dat “zich volledig wegcijferen”, dat “alléén maar geven”, dat is erg moeilijk
vol te houden als daar geen waardering voor getoond wordt. Als de ander niet
(h)erkent hoe jij altijd maar blijft “geven”,
dan is het erg moeilijk om niet op een dag gewoon “Foert!” te zeggen. En dikwijls is het nét in die gevallen dat één
van de beide “partijen” altijd moet geven:
als de ander “neemt” zonder er zelfs
maar bij stil te staan. Als de ander het vanzelfsprekend vindt dat jij altijd
diegene bent die “geeft”. Als de
ander niet eens beseft dat hij/zij alléén maar “neemt”. Als de ander zó zeer met zichzelf begaan is dat hij/zij
niet eens “ziet” dat hij/zij altijd
blijft “nemen”.
Daarover zingt Emmylou Harris in dit liedje van Dolly Parton, dat je als een soort “smartlap” zou kunnen beschouwen.
https://www.youtube.com/watch?v=ymtaxqsqZQg
Het gaat over een vrouw,
een moeder, die altijd is blijven “geven”
in haar gezin. Die daar nooit enige waardering voor gekregen heeft en dat ook
nooit expliciet gevraagd had. Tot het haar op een dag toch te veel werd, en ze gewoon
vertrokken is.
In dit schrijnend, maar
ontroerend, liedje van Marianne Faithfull
loopt het zelfs helemaal fout als de vrouw uiteindelijk voor de wanhoop kiest,
en het dak van haar huis op klimt.
https://www.youtube.com/watch?v=d0NxhFn0szc
Nee, het is niet
gemakkelijk om “samen te leven”.
Misschien moeten we
allemaal méér leren om te “geven” én
moeten we ook leren om te “zien” wat
de ander geeft…
Reacties
Een reactie posten