Vermenigvuldiging der Vissen

Op speciale aanvraag overgenomen uit bloggen.be.

De oorspronkelijke blog van 17/10/2020 is (voorlopig) ook nog/opnieuw te consulteren. Zie in:

https://www.bloggen.be/andershandig

De tropische temperaturen die we midden september gekend hebben, zouden volgens Bram en Frank onmiskenbaar wijzen op de klimaatverandering. Maar als ik terugdenk aan de zomers van in mijn tienerjaren, midden de jaren zestig tot begin de jaren zeventig van de vorige eeuw, dan herinner ik me eigenlijk ook alléén maar “echte” warme en zonnige zomers. En die begonnen in juni al.

Ik weet nog heel goed hoe zonnig die zomers wel waren, omdat wij in juni elke dag op het aardbeienveld van ons vader bezig moesten zijn. Dat kwam wel goed uit, omdat ik in juni examens had, en dus in de namiddag thuis was om te studeren. En om ook te helpen met de aardbeienoogst. Aardbeien plukken, uren aan een stuk. Want het was een gigantisch stuk grond, en de rijen planten leken zich oneindig ver uit te strekken. We hadden uiteraard veel te veel aardbeien voor eigen gebruik, en dus mochten mijn broer en ik ’s avonds op pad om aardbeien te gaan verdelen aan familie, en aan buren van de familie. Tegen een spotprijs die nauwelijks de kosten kon dekken. Elke avond reden wij, zwaarbeladen met bakjes van 500g aardbeien, met de brommer de “Pauvre Leute” op en mochten wij daar de liefhebbers van verse aardbeien bezoeken.

Ons vader was nochtans begonnen met enkele plantjes: een beetje aardbeien voor thuis. Maar die enkele plantjes werden na een jaar al “enkele rijen”, en het is geëindigd met een groot voetbalveld. Op één of andere manier had ons vader de gave om dingen te laten “vermenigvuldigen”. Daar was maar één probleem mee: hij kende geen limieten.

Zo is het ook gegaan met de aquariumvissen in huis. Het moet begonnen zijn met één enkele bokaal met een goudvis, vermoed ik. Maar na een aantal jaren stonden alle vensterbanken in huis vol met aquariums voor tropische vissen. Het ene aquarium al groter dan het andere. Nee, Jezus Christus was heus niet de enige die het mirakel van de “vermenigvuldiging der vissen” op zijn CV kon zetten. En hij maakte alles zélf, ons vader: de aquariums, de zuurstofpompjes, de waterfilters, de verwarmingselementen. Hij kon echt alles maken. Of in elkaar steken, of herstellen.
Als hij nu nog zou geleefd hebben, dan waren ze gegarandeerd al van “Iedereen beroemd” langs geweest voor een reportage. Of Martin Heylen zou zeker al aan de deur gestaan hebben. Wat zeg ik: er zou al een reality-reeks over ons vader bestaan hebben. Want hij was honderd keer interessanter dan de omhoog gevallen Pfaffs of de Planckaerts.

En hij moest absoluut altijd bezig blijven met een hobby waar hij zich 200 procent in “smeet”, zonder terughouding. En, zoals gezegd: zonder limieten.

Vandaar dat de aquariums zonder pardon moesten verdwijnen toen ons moeder met geen mogelijkheid nog een kans zag om de ramen te wassen. Want de vensterbanken stonden overvol. Dat was trouwens eerder al eens gebeurd na de “vermenigvuldiging” van de Christusdoorns: ook bij die was het begonnen met één plantje aan het venster, maar op één of andere manier zijn die zich gaan vermenigvuldigen. Tot alle vensterbanken vol stonden en de tere witte gordijnen verstrikt raakten in een overvloed aan scherpe doornen. Ook toen was het geduld van ons moeder uiteindelijk op geraakt, en de Christusdoorns werden verbannen.

Later zijn er konijnen gekomen. Een paar beestjes om te beginnen, maar ook dát is compleet uit de hand gelopen: minstens honderd waren het er op den duur. En ook daar een volledige “doe-het-zelf” onderneming: de hokken van de konijnen werden eigenhandig in elkaar getimmerd, met restjes van houten bakken. Ook hier mochten wij, de kinderen, onze bijdrage leveren: gras en klaver gaan snijden en plukken langs de weg, stro halen bij de Boerenbond, de hokken dagelijks uitmesten. Maar de beloning was navenant: elke week een heerlijk, pas geslacht, mals konijntje op tafel. Helaas is ook dat avontuur vroegtijdig geëindigd: de stank van de mest van die overvloed aan konijnen werd door de buren niet gewaardeerd. Exit de konijnen.

Toen hij wat ouder werd, koos ons vader een meer bezadigde hobby: orchideeën. Eerst een paar plantjes. Maar ook daarbij kon hij zijn talent om te “vermenigvuldigen” niet verloochenen. En al gauw stond de veranda helemaal vol met orchidee-planten. Waar ze wél samen konden van genieten, ons vader en ons moeder. Van de schoonheid van de bloemen, en van de heerlijke geuren.

Herinneringen aan ons vader: fijne herinneringen.

En ook herinneringen aan de mooie zomers die we toen al gekend hebben. Láng voor iemand het begrip “klimaatverandering” uitgevonden had…

Reacties

Populaire posts van deze blog

A whiter Shade of Pale

Naïve

To Daddy