Het is zó jammer dat we
pas beseffen hoe kort en voorbijgaand ons leven wel is, als we met het einde
geconfronteerd worden…
Velen van ons hebben al
één van de ouders, of allebei, moeten begraven. Hoe pijnlijk dat ook is, en hoe
veel verdriet het ook doet, ergens voelt het toch “normaal” aan. Ze waren immers al (redelijk) oud, en dan hoort de
dood er nu eenmaal bij. We weten allemaal dat de dood onvermijdelijk naderbij
komt als je oud wordt. Maar het is toch nog iets anders als onze generatiegenoten
komen te sterven. Dat voelt vreemd aan, onwerkelijk. Dat lijkt niet te kloppen.
In onze perceptie van het leven sterven alléén “oude” mensen, de “vorige
generatie”. Wij zijn daar nog niet aan toe. Onze generatie is nog helemaal
niet gereed voor de dood. Of toch wel?
Bij nader inzien: wij
blijven niet jong. Ook wij worden “ouder”.
Net zoals onze ouders nu eenmaal “oude
mensen” waren in onze ogen (en ook in
de realiteit), zo zijn ook wij (en dan heb ik het alvast over mezelf) zonder
het te beseffen “oud” geworden. En
dus loert ook bij ons de dood stilaan om de hoek.
Eer we het goed en wel
beseffen, moeten we afscheid nemen van een leeftijdsgenoot. Iemand van wie we
nog altijd in de overtuiging waren dat ook die nog “jong” was. En dan begint het opeens door te dringen: ook bij ons
zelf is de dood niet meer zó veraf, niet meer zó onwaarschijnlijk of
onverwacht. Ook voor ons kan “het einde”
morgen al opdoemen. Zonder waarschuwing vooraf.
En pas dán, met dit besef
van de dood die niet meer uitsluitend op de “volgende generatie” wacht, pas dán komt ook het besef van de
kostbaarheid en eindigheid van dit leven. En pas dan komt het besef dat we van
dit leven zo lang en zo veel mogelijk het beste moeten proberen te maken.
Jammer, eigenlijk, dat
dit besef dan pas helemaal doordringt: wanneer we met het einde geconfronteerd
worden. Hoe véél rijker zou ons leven niet geweest zijn als we van jongs af aan
de kostbaarheid van dit leven zouden beseft hebben? Hoe véél meer zouden we
niet met ons leven gedaan hebben als we van bij het begin doordrongen zouden
geweest zijn van de eindigheid ervan?
We hebben allemaal wel
een soort “bucket list” in gedachten:
dingen die we absoluut nog zouden willen gedaan hebben, ooit eens in ons leven.
Maar weinigen onder ons maken ook onmiddellijk de concrete plannen om met die “bucket list” te starten. Dat is iets “voor later”, als we oud zullen zijn. We
vergeten echter dat we ondertussen ongemerkt “oud” worden, en dat we effectief ook écht “oud” zijn eer we het goed en wel door hebben. En dan kan het zomaar
opeens te laat zijn om aan die “bucket
list” te beginnen.
Sommigen onder ons hebben
het geluk om lang gezond te blijven en zich lang “jong” te mogen voelen. Vooral dan diegenen die zich altijd goed
verzorgd hebben, neem ik aan. Al is dat geen garantie. Maar velen is een
gezonde “oude dag” helaas niet
gegeven. We kennen allemaal vrienden en familieleden die (té) vroegtijdig
getroffen worden door “de ouderdom”:
een ziekte die onverwachts toeslaat, of de energie die weg sijpelt, of gewoon
de levenslust die verdwenen is. Het kan ons allemaal overkomen. Opeens,
onaangekondigd. Vandaag voelen we ons nog onoverwinnelijk, en gereed om ooit
eens aan die “bucket list” te
beginnen. “Later, als we oud zullen zijn.”
En morgen slaat het noodlot toe en liggen we in een ziekenhuisbed te vechten
voor ons leven.
Nee, het is géén goed
idee om onze “bucket list” uit te
stellen tot “later eens”. We zouden
allemaal moeten beseffen dat “vandaag”
de dag is om onze dromen waar te maken, om dát te doen wat we altijd hadden
willen doen. Want ook al zien we ons zelf niet als de “oude mensen” die onze ouders waren in onze ogen, we zijn het wél.
Veel vroeger dan we zelf denken.
Dag Eric,
BeantwoordenVerwijderenHet leven hier op aarde is eeuwig, in mijn ogen , maar steeds in een ander lichaam. Elk leven leef je zo goed mogelijk. Dat is de leerschool van de ziel zelf. De ziel huist in een tijdelijk "huisje" om zo zijn of haar cirkel rond te krijgen. Een volmaakte ziel kan enkel volleerd zijn als hij of zijn 1000den levens heeft geleefd op alle mogelijke manieren.
Dood gaan is het begin van een nieuw leven. Daar zou niemand bang hoeven voor te zijn.
Maar het is de leegte dat iemand achterlaat, dat anderen droef maakt. Voor de persoon die heen gaat, is het niet meer te aanschouwen.
Daarom is het goed steeds het beste te geven van jezelf en iedereen te respecteren terwijl ze leven. Respect geven na de dood, is niet meer nodig. Daar heeft die persoon niets meer aan.
Een nagedachtenis is enkel een beeld dat voorbij gaat.
Elkaar waarderen elk moment in je leven, maakt het verschil.