Bungalow

Ons vader had een speciaal gevoel voor humor. Zeker tegenover zijn schoondochters en tegenover zijn kleinkinderen.

Mijn dooppeter had indertijd ook al zo’n apart gevoel voor humor tegenover zijn kleinkinderen. Zo sprak hij die heel dikwijls met een compleet verzonnen naam aan: “Mariëtje”, of zoiets. Om te plagen. Gewoon om een reactie uit te lokken. Mijn dooppeter was de vader van ons moeder, dus zal het komisch talent van ons vader niet van die kant van de familie overgeërfd zijn. Maar het had er wel iets van weg. Ook ons vader had de gewoonte om dingen verkeerd te benoemen, of om met een pokerface de grootste onzin te vertellen. Vreemd genoeg niet zozeer tegenover zijn eigen kinderen, maar wel tegenover zijn schoondochters. Vermoedelijk omdat die hem minder goed konden doorgronden en dus niet altijd met zekerheid konden uitmaken of hij nu ernstig was dan wel aan het “zwanzen” was.

Eén van zijn altijd opnieuw terugkerende grappen, had te maken met het compleet verkeerd uitspreken van een “moeilijk” woord. Ik vermoed dat het ooit eens als een onbedoelde verspreking begonnen was, en dat hij dat daarna met opzet is blijven volhouden.

Zo herinner ik me onder andere dat hij steevast het woord “lumbago” vermassacreerde: hij maakte er dan “bungalow” van. De bedoeling was overduidelijk, want het lag er op den duur vingerdik op. Maar toch bleef iedereen het spelletje mee spelen, en altijd was er wel iemand die ons vader dan toch meende te moeten corrigeren. Waarop hij de vermoorde onschuld speelde, en deed alsof hij zich totaal van zijn verspreking niet bewust was geweest. 
Het doet me denken aan dit fameuze mopje dat je met een stalen gezicht moet vertellen. 

“Piet gaat een flat bezoeken.
Op de eerste verdieping zit een man een krant onderste boven te lezen.
Piet zegt: ‘Meneer, u leest uw krant onderste boven.’
De man: ‘Wie leest hier de krant? Ik toch? Dus bemoei je met je eigen zaken!’
Op de tweede verdieping draagt een vrouw twee verschillende schoenen.
Piet zegt: ‘Mevrouw, u heeft twee verschillende schoenen aan.’
Waarop de vrouw reageert: ‘Bemoei je met je eigen zaken!’
Op de driede verdieping…”

En dan is het de verwachting dat een naïeve ziel je onderbreekt met de opmerking dat het “derde” moet zijn in plaats van “driede”.

Waarop de moppenverteller kan triomferen: “Wie vertelt hier de mop? Ik toch? Dus bemoei je met je eigen zaken!”

Dit alles om maar te zeggen dat ik waarschijnlijk een “bungalow” heb.

Het was midden in de week begonnen met lage-rugpijn, maar dat was niet echt nieuw voor mij. Zoals zo velen onder ons, heb ik jarenlang een verkeerde zithouding aangenomen. En dat bekoop ik nu met bijna constante rugpijn. De zaterdag na de middag, toen ik de boodschappen van mijn wekelijks bezoek aan de Colruyt aan het uitladen was, werd dat opeens een heel ander verhaal. Een vlammende pijn in mijn rug, met felle uitstraling naar mijn bovenbenen. Ik kon me nauwelijks nog bewegen. Door mijn benen buigen ging niet meer, voorover buigen ook niet echt, en zelfs gewoon een paar stappen verzetten gaf mij het gevoel alsof ik bij een foute acupuncturist was langs geweest.
’s Avonds en ’s nachts in bed was het een totale nachtmerrie. Normaal lig ik elke nacht zowat vijfduizend maal te draaien en te keren eer ik in slaap geraak, maar nu kon dat niet. Met de beste wil van de wereld kon ik van de ene zijde niet op de andere draaien zonder het (in stilte) uit te kermen van de pijn.
De zondag was ik dus een wrak, en de pijn in mijn rug én in mijn benen was er nog altijd. Het deed pijn om uit bed te komen, het deed pijn om op mijn benen te gaan staan, het deed pijn om te gaan zitten en het deed weer pijn om recht te komen. En elke stap die ik wilde zetten was al even pijnlijk. Maar met een paar tabletjes Nurofen FastCaps ben ik toch de dag door gekomen. En tegen het einde van de dag was het ergste leed wel geleden. Ik kon alweer stappen zonder er uit te zien als de ouwe vent die ik ben.
De nacht van zondag op maandag was toch weer een nachtmerrie, want ook nu ging het draaien en keren niet zonder pijnlijke grimassen. Maar de maandagochtend kon ik toch al zonder al té veel moeite het bed uit stappen. En de pijn in mijn bovenbenen was al heel wat draaglijker. Alléén de rugpijn was er nog. Kortom: bijna weer als “normaal”. Het was bijna opnieuw de “bungalow” zoals ik die gewoon ben.

Ik ben er zeker van dat ons vader ook hierover grapjes zou gemaakt hebben. Want zo was hij wel: hoe erger hij moest afzien, hoe meer hij er met humor op reageerde…

Reacties

Populaire posts van deze blog

Welcome Home

School

Diagnose