De Mens op z'n best
De voorbije waterellende in Wallonië heeft overduidelijk het beste in de mensen naar boven gebracht. En helaas ook het slechtste.
Het beste, inderdaad: de golf van solidariteit, de steunbetuigingen, de gevoelens van medeleven. Maar heel zeker ook de opkuisploegen, en de inzamel- en hulpacties. Spontaan kwamen mensen zich aanmelden om te helpen. Bij het opruimen vooral, want de smerigheid die door het water was achtergelaten, was niet te overzien. In veel huizen was zowat alles kapot, en de bewoners van de getroffen huizen zagen er geen beginnen aan om al die rommel buiten te krijgen, op straat, naast de restanten van de inboedel van de buren. Maar zie: vele handen boden zich aan. Om te helpen. En om op die manier toch een beetje verse moed te geven aan al diegenen van wie de moed met het kolkende water was weg gespoeld. Veel mensen hadden misschien wel nog een huis, maar verder niets meer. Geen eten, geen kleren. Zelfs geen gas of elektriciteit om te koken, geen water om te drinken. En ook hier: een golf van solidariteit. Mensen met voedselpakketten voor al diegenen die geen mogelijkheid hadden om zelf iets te bereiden. Kleren, dekens, noem maar op. Het werd allemaal spontaan aangeboden. Niet altijd even efficiënt, niet altijd even goed geregeld, niet altijd even nuttig. Maar wel altijd spontaan, in een golf van solidariteit en medeleven.
Maar jammer genoeg heeft het ook het slechtste in de mens naar boven gelokt. Nog maar eens.
En al bij al… Als ik het heb over “het slechtste in de mens” dat bij deze ramp naar boven is gekomen, dan moeten we het misschien, uiteraard, ook over onze politici en gezagsdragers hebben. Die waren er wél als de kippen bij om voor het oog van de nationale en internationale pers schouderklopjes te komen uitdelen. Onze premier was er, onze koning en koningin waren er, zélfs de voorzitter van de Europese Commissie was er. Met een warme handdruk en hoopgevende beloftes.
Er zijn er uiteraard ook weeral gewetenloze commerçanten die van de miserie van andere mensen weten te profiteren. Zoals de verkopers van tweedehands auto’s. Er zijn naar schatting minstens 50.000 auto’s totaal vernield, en die moeten allemaal vervangen worden. Als het zou kunnen, door een nieuwe. Maar dat is minimum zes maanden wachten. Of anders, eventueel voorlopig, door een tweedehandsmodel. Er is dus een enorme vraag naar occasie wagens. En de wetmatigheid van de economie is onverbiddelijk, en blind voor de uitzonderlijke omstandigheden: als de vraag groter is dan het aanbod, dan stijgen de prijzen. Hetzelfde trouwens op de huizenmarkt. Veel mensen zijn op zoek naar een woning, en dus is de vraag naar een (voorlopige) woonst ontzettend groot. Waardoor de huurprijzen pijlsnel de hoogte in schieten.
Reacties
Een reactie posten