Eerder geplaatst in www.bloggen.be/andershandig
, op 14/11/2020.
Op speciaal verzoek hier nog eens overgenomen.
Ik vermoed dat “evaluatiegesprekken” in veel
ondernemingen een beetje uit de mode geraakt zijn, tegenwoordig. Begrippen als
“empowerment” horen nu tot de
standaardwoordenschat van elke Human-Ressources aanpak. (Wat in veel gevallen
neerkomt op: “Trekt uw plan.”)
Ergens vind ik dat wel
een beetje spijtig, want het is voor een werknemer toch nuttig en handig om af
en toe te horen wat zijn/haar leidinggevende over hem/haar denkt. Of hij/zij
goed bezig is, of er dingen zijn die beter kunnen, en vooral: wat hij/zij goed
doet. Een vleugje waardering, een pluimpje, kan wonderen doen.
De keerzijde van zo’n
evaluatie is wel dat zoiets altijd, per definitie, een “subjectief” gebeuren is: als je bij je leidinggevende op een slecht
blaadje staat, dan is de kans op een negatieve evaluatie erg groot. Zo’n
evaluatiegesprek is trouwens meestal een ongemakkelijk gebeuren, omdat de
regels van het spel gebieden dat er ook negatieve, “te verbeteren”, punten aan bod komen, en op dat moment wordt de
ontmoeting tussen evaluator en geëvalueerde bijna altijd onaangenaam. Ik kan
het weten, want ik heb véél evaluatiegesprekken moeten voeren, en ik heb bijna
geen enkele ervan als “prettig”
ervaren.
Vroeger, lang geleden,
bestond het evaluatie-systeem bij “Het
Gemeentekrediet” dus wel nog. En ik heb er nog altijd nachtmerries over.
Eén van de (veel te
grote) projecten in het team waar ik de leiding over had, was zwaar over de
verhoopte planning en over het geschatte budget gegaan. En dat was niet het
beeld dat onze directeur, een beetje voortvarend, aan het Directiecomité had
voorgehouden. Er moest dus een zwart schaap gezocht worden, en een “zwarte piet” uitgedeeld. Onze directeur
was niet blij met de kritiek van het Directiecomité, en schoof bijgevolg de zwarte piet door naar zijn
ondergeschikte, mijn baas. Ook die wilde absoluut niet met die zwarte piet blijven zitten, en de zwarte piet kwam dus bij mij terecht.
(Het “management” in een grote onderneming is
al bij al echt niet zó verschillend van de kleuterschool: het komt er vooral op
aan om een ander de schuld te geven als er iets niet in orde is, en om met het
vingertje naar “de ander” te wijzen.)
Ik had de “zwarte piet” ook kunnen doorgeschoven
hebben: naar de projectleider van dat project. Die had mij trouwens van bij het
begin gesaboteerd omdat zij nooit had kunnen en willen accepteren dat ik haar “baas” zou worden. Zij had die job immers
zélf geambieerd. (Het “grappige” is
dat ik die job eigenlijk niet eens gewild had.) Ze had er dus haar missie van
gemaakt om mij te dwarsbomen zoveel ze kon, en mij het leven zo zuur mogelijk
te maken.
Maar ik zit zo niet in
elkaar, en ik heb de zwarte piet
gehouden. Met als resultaat dat ik een “D”-evaluatie
aangesmeerd kreeg. Bij het Gemeentekrediet varieerden de evaluatie-scores toen
tussen “A” (boven verwachting goed
gepresteerd), “B” (wel okee, zoals
mocht verwacht worden), “C” (beneden
niveau, en dringend te verbeteren) en “D”
(totaal incompetent).
Ik was dat jaar trouwens van
alle 5000 personeelsleden de enige met een “D”-evaluatie; niemand anders had zo’n score gekregen. Het vreemde
is dat ik ondanks die blaam van “incompetentie”
toch verder moest doen met mijn
(gehate) job, terwijl het logisch zou geweest zijn als iemand anders die job
zou overnemen. Aangezien ik “onbekwaam”
was. Ik vermoed dat op dat moment geen andere kandidaten konden gevonden worden
met voldoende masochistische neigingen.
Het is later weer
helemaal goed gekomen met mij, en ik heb daarna, in verschillende functies,
eigenlijk alléén maar héél positieve evaluaties gehad. Maar in die periode ben
ik wél door de hel gegaan, en ik heb heel lang héél diep in de put gezeten. Ik
heb er inderdaad nog altijd nachtmerries over, letterlijk.
Dat is het soort
ervaringen zoals een mens nooit meer hoopt te moeten meemaken, en die ik
niemand toe wens.
Maar al bij al: de
beoordeling van je baas op het werk, is toch maar van relatief belang. Het
allerbelangrijkste is en blijft altijd je gezin. En als ouder droom je er toch van
dat je kinderen je ooit hetzelfde zouden zeggen als Taylor Swift tegen haar
moeder: “That was the best day of my life.”
https://www.youtube.com/watch?v=l4_6eQm7RTQ
Helaas blijven positieve
herinneringen moeilijker hangen dan de negatieve, en zo lijkt het alsof je kind
zich vroeger vooral onrechtvaardig behandeld gevoeld heeft en zwaar tekort
gedaan. Het lijkt soms alsof je kind geen enkele fijne herinnering aan zijn
kindertijd en jeugd heeft overgehouden. Alléén een hoop trauma’s. Het is erg
pijnlijk te horen dat er blijkbaar géén “fijne
dagen” geweest zijn, of in elk geval geen fijne herinneringen. Zeker als je
naar best vermogen geprobeerd hebt om een goede vader/moeder te zijn.
Zoiets komt véél harder
aan dan een “D”-evaluatie van een
chef die wanhopig naar een zwart schaap op zoek was!
(Wordt
vervolgd…)
Reacties
Een reactie posten