Ik heb het eerder al eens
gehad over de veelheid en verscheidenheid aan rommel die ik op mijn
wandeltochten op straat zie rondslingeren. Op het voetpad, of in de goot, of in de
berm. Blikjes, plastiek flesjes, snoepwikkels, sigarettenpeuken, zakjes,
papiertjes. En sinds vorig jaar ook mondmaskers.
Maar het vreemdste wat ik
in de voorbije maanden op straat heb zien liggen, is wel een damesonderbroekje.
Ik heb het niet opgeraapt en kan er dus niet zo veel over vertellen, maar ik
vermoed dat het een “string” was. Het
had in elk geval héél weinig stof “om het
lijf”, het was duidelijk een “niemendalletje”.
Knalrood bovendien! Je kon er niet naast kijken. Ik heb me achteraf afgevraagd
of er misschien verborgen camera’s in de buurt opgesteld waren voor de opnames
van “Candid Camera” ofzo. Ik weet het
niet.
In Japan zou een mannelijke
voorbijganger dat onderbroekje héél zeker wél opgeraapt hebben. Om toe te
voegen aan zijn collectie. Maar dat is een heel ander, bizar, verhaal…
De vraag liet me daarna
niet meer los: “Hoe komt zo’n stukje sexy
lingerie aan de straatkant te liggen?”
Het zou natuurlijk kunnen
dat de elastiek gesprongen was. Voor een vrouw of een meisje met een rok of een
kleedje is zoiets wellicht bijzonder pijnlijk en ongemakkelijk: het besef dat
je onderbroekje langzaam maar zeker naar beneden schuift en op een bepaald gênant
moment onder de zoom van je rok of jurk tevoorschijn komt. Ik vermoed dat je
dan zo vlug mogelijk een discreet plekje zoekt om het weerbarstige kledingstuk
te verwijderen, en dat je het dan ongemerkt in je handtas stopt of in een
vuilnisbak deponeert. Maar ik kan me moeilijk voorstellen dat je het gewoon uit
doet en op straat laat liggen? Ik weet het niet.
Ik vermoed eerder dat het
niemendalletje doelbewust uitgedaan
werd omdat het in de weg zat voor “dringende
activiteiten” bij een plots opkomende onbedwingbare passionele aandrang.
(Al begrijp ik nog altijd niet hoe het dan op straat terecht is gekomen.)
Het kan natuurlijk
gebeuren, hee, dat een koppel opeens die brandende behoefte voelt opkomen als
ze in de auto zitten of rijden, en dan net geen gelegenheid vinden om daar op een
“daartoe aangewezen” plaats aan te voldoen. Wijlen Tony Joe White zong het
lang geleden al (en Tina Turner na hem): “Steamy Windows”.
Maar de locatie was wel bijzonder vreemd: gewoon langs de straatkant, tussen de
huizen, in een chique villawijk. Meestal wordt dan een “achteraf plaatsje” gezocht op een min of meer verlaten parking,
toch? De bewoners van de omliggende huizen zullen heel zeker vreemd opgekeken
hebben bij de schokkende bewegingen van de geparkeerde auto…
Lang geleden, toen “Belfius” nog gewoon “Het Gemeentekrediet” was, heb ik een
tijdje in het gebouw aan de Pachecolaan gewerkt. Aan de kant van de Pachecolaan
had je een ruim zicht op wat nu de ”Tuin
van het Administratief Centrum” heet, tussen de Pachecolaan en de gebouwen
van het “Administratief Centrum” in. Op die Esplanade stond/staat hier en daar een bankje. Om uit te rusten
vermoed ik. Om één of andere reden had de tuinarchitect het idee opgevat om de
bankjes min of meer af te schermen voor voorbijgangers, door er een haagje rond
te plaatsen. En de “intimiteit” die
daardoor gecreëerd werd, werkte blijkbaar inspirerend en uitnodigend: de
bankjes werden vooral ingenomen door koppeltjes die zich overgaven aan
passionele bezigheden. Ze waanden zich onbespied voor mogelijke voorbijgangers,
maar als je toevallig vanop een hogere verdieping uit het Pachecogebouw naar beneden keek, dan bleef van hun privacy niet
veel over.
Maar goed… Seks, fysieke
nabijheid, intimiteit, we hebben er allemaal nood aan. Het is één van de
basisbehoeften van de mens, evengoed als eten en drinken. En geef toe: niemand
zal je erop aan kijken als je niet bij elke maaltijd braaf aan de tafel in de
eetkamer gaat zitten om te eten. Dus waarom zou de nood aan intimiteit en seks
dan alléén ’s avonds in de slaapkamer mogen? Als de aandrang groot is, dan
maakt het moment of de plaats niet zó veel uit, toch? Ik zou zeggen: “Profiteer ervan wanneer je kan. Profiteer
ervan zo lang het kan. Want op een dag zal je het misschien voor altijd moeten
missen.”
Maar ik zou toch willen
vragen het goede fatsoen op te brengen achteraf je ondergoed niet op straat
achter te laten. Er ligt al genoeg rommel te slingeren…
Reacties
Een reactie posten