Ik ben in een
nostalgische bui, en dan komt er nog eens een stukje opborrelen over mijn
studententijd. Die zalige, onbekommerde tijd waar ik zonder scrupules van
genoten heb. Met een licht gevoel van schaamte moet ik erkennen dat ik daarbij zelden écht
stilgestaan heb bij de opofferingen die mijn ouders moesten opbrengen om mij te
laten studeren.
Als ik aan mijn
studententijd denk, dan komen onvermijdelijk de herinneringen aan de vele
avonden in “El Gringo” naar boven. De
“Gringo” was een typisch
studentencafé, een (heel) bruine kroeg. Het was er donker en schemerig, het zat
er altijd stampvol want erg groot was het café niet. En het was er altijd
ontzettend luidruchtig en lawaaierig: de muziek én de heftig discuterende
studenten. Er werd niet gedanst in de Gringo, er werd alléén gedronken en
gerookt, en vooral passioneel gediscussieerd.
We hebben er in ons
eerste studentenjaar vele avonden doorgebracht, Geert, Paul, Rik en ik. Met een
pint bij de hand, en een brandende sigaret. In ons geval was dat gewone tabak,
maar aan de geur in het lokaal te merken, waren er velen die iets anders gebruikten
dan tabak. En wij mochten “passief”
mee roken. Bij momenten was de walm van sigarettenrook (van tabak en andere “geestverruimende substanties”) erger dan
een mistbank op de E17.
Urenlang hebben we er
zitten filosoferen. Over de wereld, en over de vorige generaties die alles “naar de kloten hadden geholpen”: de materialistische
en oppervlakkige bourgeoisie waar wij ons ferm tegen zouden verzetten. Wij
zouden de wereld verbeteren, wij waren vol van grootse idealen.
Ik was trouwens vreselijk
“links” in die tijd, een ware
communist bijna. Voor een deel was dat toch de invloed van ons vader, die in
die jaren een erg militante vakbondsafgevaardigde was en altijd zat te foeteren
op die uitbuitende ondernemers en frauderende zelfstandigen. (Wat hem overigens
nooit belet heeft om beste vrienden te worden met sommige ondernemers en
zelfstandigen…) Mijn allereerste lief was de dochter van een bedrijfsleider, en
die relatie kon bij ons vader weinig enthousiasme opwekken.
Maar we hebben toch ook
héél veel gewoon naar de muziek geluisterd. Wat we alle vier vooral aan al die
avonden overgehouden hebben, is dan ook onze muzieksmaak en -voorkeuren.
Bij ons thuis was de
kennis van de popmuziek vooral bepaald door Radio
2 West-Vlaanderen. Zeg maar Will Tura
en Marva. (Ons vader had
trouwens, vermoed ik, een boontje voor Marva.
Maar toen ze eens naar een optreden geweest zijn, en Marva voor haar fans véél minder “bereikbaar” bleek dan hij gedacht had, is ze van haar voetstuk
gevallen.) Er is overigens helemaal niets fout met de muziekkeuze van Radio 2. Als student zat ik de
zondagavond op mijn kot ook naar “Vragen
staat vrij” te luisteren.
Maar in “El Gringo” werd geen “Radio 2” muziek gedraad. Daar heb ik Led Zeppelin ontdekt, en Deep Purple. En Procol Harum. En Santana.
En The Doors. En Janis Joplin. En Blood, Sweat
& Tears. En Fleetwood Mac in
de oorspronkelijke line-up met Peter
Green. (Ik heb later ooit eens een elpee gekocht waar onder andere “Albatross” op stond. Dat is een heel “soft” nummer, één van de meest populaire
tegelplakkers van toen. Maar ons moeder werd daar knettergek van: door haar Ménière was het prominente gebons van de
basgitaar een constante kwelling in haar hoofd.)
Ook “The Eagles” hebben we daar ontdekt. Die hadden rond die periode hun
eerste plaat uit. In 1972, geloof ik. Het was een beetje vreemd dat die plaat
in de Gringo gedraaid werd, want de “sound” van de groep was toen nog
bijzonder “braaf”: het was zachte
countryrock, helemaal anders dan het brute geweld van bijvoorbeeld Deep Purple. Maar het moet zijn dat één
van de dienstdoende deejays ontzettend fan was van die plaat.
En daar ben ik al bij al
wel blij om. Ik koester The Eagles
nog altijd. Ik heb nooit het geluk gehad hen live aan het werk te zien, maar ik
kan wel keer op keer genieten van hun “Farewell
1 Tour” in Melbourne, in 2005. Voor de liefhebbers, een echte aanrader. Te
vinden op YouTube.
Van al onze hippie
idealen is daarentegen niet zo heel veel over gebleven. We zijn allemaal zélf die
brave burgers geworden waar we hadden zitten op afgeven: een vaste job, geld
verdienen, trouwen, kinderen, een huis kopen. Het klassieke stramien. Net als
alle generaties vóór ons.
En daar is al bij al ook
niets mis mee: je werk goed uitvoeren en je kinderen een mooie toekomst bieden...
dat zijn ook valabele ambities. Toch?
Reacties
Een reactie posten