Eén van de (vele)
kwalijke uitwassen van onze moderne Westerse samenleving, is de “wegwerpcultuur”. Alles wat we kopen is
bijna per definitie bestemd om na (te) korte tijd weer weg te gooien. We kopen
kleren die we maar één keer dragen. We kopen gebruiksvoorwerpen die na korte
tijd niet meer voldoen of niet meer naar behoren werken (ook al omdat ze
gemaakt zijn om niet lang mee te gaan), en we vervangen die dan maar door een
nieuw toestel omdat we geen zin hebben om het oude te laten herstellen (of
omdat de herstelling méér kost dan een nieuw). We kopen dure gadgets die we na
een jaar al vervangen door een meer prestigieus exemplaar, omdat we het al beu
zijn of omdat onze vrienden een hippere versie hebben…
Maar het ergst van alles
is misschien wel de immense voedselverspilling. Volgens een schatting van de “Voedsel- en Landbouworganisatie van de
Verenigde Naties” zou minstens een derde van het geproduceerde voedsel
verloren gaan of verspild worden. Dat komt neer op ongeveer 1,3 biljoen ton per
jaar: 1.300.000.000.000.000 kilogram.
In onze Westerse maatschappij zou elk jaar ongeveer 100 kilogram per persoon
verloren gaan in de consumptiefase, dus nadat we het gekocht hebben: dat is
voedsel dat wij gewoon weggooien. Wij verspillen in onze Westerse wegwerpmaatschappij
het equivalent van de totale voedselproductie in Afrika.
En dan lees ik dit: “Al meer dan 200 producten zijn uit de
winkelrekken gehaald door de aanwezigheid van ethyleenoxide. Dat zegt het
Voedselagentschap (FAVV) en bevestigt handelsfederatie Comeos. Daarmee is het
volgens supermarktketens de grootste terugroepactie ooit. De producten voldoen
niet aan de Europese normen, omdat er ingrediënten in zitten die in contact
gekomen zijn met ethyleenoxide.” Het gaat om massa’s voedsel dat uit de
winkelrekken gehaald wordt en vernietigd wordt, of dat geproduceerd werd en
zelfs niet eens meer aan de winkels mag geleverd worden.
Waarom? Omdat er bij de
productie van sommige ingrediënten, waarvan er enkel sporen in het eindproduct
overblijven, ethyleenoxide gebruikt
werd. En volgens de Europese richtlijnen is het gebruik van die stof verboden.
Want ethyleenoxide kan
kankerverwekkend zijn bij langdurig gebruik in grote hoeveelheden. U leest het
goed: het kan kankerverwekkend zijn als het product in grote hoeveelheden zou
geconsumeerd worden gedurende een lange tijd. Volgens een woordvoerder van het
Federaal Voedselagentschap: “Als je
dagelijks in grote hoeveelheden jaren aan een stuk producten met ethyleenoxide
consumeert, kan er een mogelijk risico zijn voor de gezondheid, bijvoorbeeld
kanker.” Maar hier spreken we over minuscule sporen van het product, in
voedingswaren die we nu niet direct dagelijks in grote hoeveelheden binnen
slokken. Een woordvoerder van de
Federatie van de Belgische Voedingsindustrie reageert dan ook nogal
sceptisch: “De producten moeten uit de
rekken gehaald worden zodra er ethyleenoxide wordt gedetecteerd in één
ingrediënt ervan, ook als er in het eindproduct geen enkel spoor meer van is.”
Al die voedingsproducten
gaan dus verloren, en dat komt bovenop onze grote berg van verspild voedsel. Enkel
en alleen omwille van een soort preventieve Europese regel. In andere
continenten is het gebruik van ethyleenoxide trouwens helemaal niet verboden;
die beperking geldt alléén bij ons.
Het is op zich wel
lovenswaardig dat de Europese leiders zó met onze gezondheid begaan zijn. Maar
dit is er toch wel vér over! Een mens zou denken dat men hier toch wat “pragmatischer” zou kunnen mee omgaan.
Men had het “proportionaliteitsprincipe”
kunnen laten spelen, waarbij de vraag gesteld wordt of de negatieve impact van
de maatregel niet erger is dan de mogelijke gevolgen als men de maatregel niet
zou nemen. Het antwoord daarop is overduidelijk: “Inderdaad!” Maar “pragmatisme”
is aan de Europese instellingen blijkbaar niet besteed. Die worden gestuurd
door een hersenloze en blinde, starre bureaucratie die het contact met de realiteit
al lang verloren is.
Althans… ik hoop toch dat
dit alléén maar een bureaucratische blunder is, en dat hier geen verborgen agenda
achter zit.
Het gevolg is in elk
geval dat de getroffen producenten gigantische kosten hebben moeten maken om
die producten weer uit de winkelrekken te halen en te laten vernietigen. Het
laat zich raden dat wij uiteindelijk voor die kosten zullen moeten op draaien. Wie
dus in de nabije toekomst één of ander ijsje in de supermarkt zal willen kopen,
die zal het wel merken aan zijn afrekening.
Reacties
Een reactie posten