Zou het toeval zijn dat
er de laatste tijd zo veel West-Vlaams te horen is op de VRT? Of verbeeld ik me
dat alleen maar?
Nog niet zo heel lang
geleden, tussen 2013 en 2019, was er “Eigen
kweek”, dat trouwens op Netflix een tweede leven heeft gekregen. En er was
ook “Bevergem”, in 2015. Eén van de
hoofdacteurs van de beide reeksen, Wim
Willaert, was recent ook te gast in het “feel good” programma “De
Columbus” van Wim Lybaert, en de
conversatie tussen de beide heren werd volledig in het West-Vlaams gevoerd. Al
was het van de kant van Wim Lybaert
misschien eerder een soort “tussentaal”.
En nu, in 2021, is er de
drama-reeks “Onder Vuur”, over een
Oostends brandweerkorps. Ook geheel en al in het West-Vlaams. Al klinkt dat af
en toe bijzonder geforceerd als het door een niet West-Vlaamse acteur
uitgesproken wordt. Dat er in de serie de hele tijd West-Vlaams gepraat wordt,
lijkt al bij al niet zo vreemd: het speelt zich immers af in Oostende en de
belangrijkste personages zijn geboren en getogen Oostendenaars. Maar ik
herinner mij de politieseries zoals “Flikken”
en “Witse”, die zich afspeelden in
Gent en in Halle, met lokale personages. En daarbij werd géén dialect
gesproken, maar wel een soort “beschaafd
Zuid-Nederlands”. Zij het soms met
een onmiskenbare Gentse tongval. En dan is de logische vraag: “Waarom werd in een serie over Gentse flikken
geen plat Gents gesproken, maar in een serie over Oostendse pompiers wél
West-Vlaams?”
Ik weet het niet.
Misschien is het de
tijdsgeest? In de periode van Flikken
(tussen 1999 en 2009) en van Witse
(tussen 2004 en 2012) was het misschien nog “not
done” om dialect te laten horen op de Openbare Omroep die als taak had om
de Vlamingen enige beschaving bij te brengen. Nu is dat helemaal anders: het
dialect wordt in ere hersteld en zelfs in zekere zin gepromoot. Er worden
trouwens de laatste jaren ook veel meer liedjes in het dialect gezongen.
Vroeger gebeurde dat ook al, maar dan eerder door “folkloristische” figuren zoals Wannes
Van de Velde, Walter De Buck, of Willem Vermandere. Tegenwoordig wordt
zelfs in het dialect “gerapt”.
Maar het lijkt er op dat
er toch nog iets meer gaande is met het West-Vlaams. Niet alléén is er een
echte “hype” van tv-series in het
West-Vlaams. Ook in de muziek is het West-Vlaams statistisch gezien “oververtegenwoordigd”. Denken we maar
een Flip Kowlier en “Het Hof van Commerce”, of aan Brihang, in het hiphop-genre. En dan was
er nog dat prachtig en ontroerend “Corona-liedje”
van Katrien Verfaillie:
https://www.youtube.com/watch?v=E8t0fnpTZX0
Volgens taalwetenschapper
Johan De Caluwé is het zo dat het West-Vlaams van alle Vlaamse dialecten het
best stand houdt omdat het een “vrij
homogeen” dialect is: alle West-Vlaamse dialecten lijken sterk op elkaar,
en de West-Vlamingen verstaan elkaar allemaal, of ze nu Brugs praten of Kortrijks
of Poperings. In de andere provincies zou dat veel minder het geval zijn, zodat
bijvoorbeeld een Aalstenaar en een Gentenaar een soort “standaardtaal” moeten gebruiken om elkaar te begrijpen. Het
West-Vlaams staat ook sterker volgens de taalwetenschappers omdat
West-Vlaanderen het verst van het centrum ligt.
Ik twijfel toch heel
sterk aan de beide stellingen. Ik kom zelf uit het Kortrijkse, en begrijp de
helft van de teksten van Flip Kowlier
niet, hoewel die uit Izegem komt, dat minder dan 20 kilometer van Kortrijk
verwijderd ligt. En wat de afstand tot het centrum betreft: dat geldt evengoed
voor Limburg.
Nee, dat lijkt mij niet
dé fundamentele reden te zijn voor het succes van het West-Vlaams. Dé echte
reden is heel simpel: West-Vlaams is géén “dialect”.
Het is een wereldtaal, die door iedereen begrepen en gesproken wordt. Over de
hele wereld.
Wie mij niet direct
gelooft, moet mijn blog van 24 april 2020 maar eens opnieuw lezen.
In https://www.bloggen.be/andershandig
.
Reacties
Een reactie posten