Tactiek
De Nederlandse profwielrensters behoren tot de absolute wereldtop: vijf van de tien beste damescoureurs zijn Nederlanders. En ze waren er allemaal bij op het voorbije wereldkampioenschap. En tóch hebben ze niet gewonnen: ze hebben het met een zilveren medaille moeten stellen. Onze media hebben daar een beetje meewarig op gereageerd: de Nederlandse dames hadden duidelijk geen goed plan, geen degelijk uitgewerkte tactiek. Het was “elk voor zich”, en dat heeft hen de overwinning gekost.
Voor de uitvoering van “Plan A”, bij het wereldkampioenschap wielrennen voor de profs, had de Belgische wielerploeg een geniale tactiek bedacht. Ze zouden de hele koers lang zó hard rijden dat bijna alle andere renners door pure uitputting niet meer zouden kunnen volgen. En die tactiek heeft ook perfect gewerkt: tegen de laatste 25 kilometer ofzo bleven er maar een vijftiental concurrenten meer over voor onze nationale wielerheld. Alléén waren dat nét die vijftien die de grootste bedreiging konden vormen. Die andere honderdvijftig, die door het ongenadig beulenwerk van de Belgen in de vernieling waren gereden, die waren sowieso nooit echte kanshebbers geweest. Wat de tactiek dus opgeleverd heeft, was dat op het einde alléén nog die tegenstrevers overbleven die we er eigenlijk liefst niet bij hadden. Geniaal plan!
Het doet een beetje terugdenken aan de Guldensporenslag, in 1302. Ook toen zijn de Vlamingen ontzettend tekeer gegaan, op die 11de juli. Ze hebben toen iedereen in de pan gehakt. Dankzij een schitterend uitgekiende tactiek. We moeten nu wel eerlijk durven toegeven dat wat de Vlamingen in 1302 uitgespookt hebben, niet bepaald “fraai” was. Ook al wordt daar erg triomfantelijk over verteld in de geschiedenisboeken. Bij de “Brugse Metten”, op 18 mei (Goede Vrijdag, nota bene!) hadden de “Vlaamsgezinde” Bruggelingen (de “klauwaerts”) een ware slachting aangericht onder de Fransgezinden (de “leliaards”). Zonder enig onderscheid en zonder enig mededogen: ook vrouwen en kinderen werden zonder pardon vermoord. Ook bij de Guldensporenslag zélf was het woord “erbarmen” onbestaande bij de Vlaamse overwinnaars. Er werden géén gevangenen gemaakt. Dat ze het naakte lichaam van de gesneuvelde graaf Robert van Artois daarna dagenlang op het slagveld hebben laten liggen, is iets wat dezer dagen als een grove schending van de mensenrechten en van het oorlogsrecht zou gehekeld worden.
Het is trouwens een misvatting om de Guldensporenslag te beschouwen als het begin van de “Vlaamse beweging”, als een strijd van de onderdrukte Vlamingen tegen de Franstalige heersers. Het had totaal niets met de taal te maken, en de scheidingslijn van de vechtende partijen liep ook helemaal niet samen met de huidige taalgrens. Het was (zoals altijd) een “economische oorlog”: het draaide om geld en macht. De steden en graafschappen in Vlaanderen (en daarbuiten) wilden meer macht en meer onafhankelijkheid van de Franse koning. En de Franse koning, die wilde meer belastingen innen bij de “Vlaamse” steden. Raar dat dit uiteindelijk een “Vlaamse” feestdag geworden is…
Reacties
Een reactie posten