Als je op een leeftijd
komt dat jouw generatiegenoten ernstig ziek worden of komen te sterven, dan ga
je toch stilaan beginnen nadenken. En begin je te beseffen dat de dood
misschien niet meer zó ver af is.
Het zou kunnen dat ik nog
20 jaar te gaan heb, maar evengoed kan het volgende maand al gedaan zijn. De
ouderdomskwaaltjes vallen in elk geval niet meer te negeren, en ik weet en voel
dat één en ander stilaan begint te verslijten.
En dan komt het moment
dat je toch ernstig moet gaan nadenken over dat einde, en dat je misschien toch
eens bij een notaris zou moeten langs gaan. Om je “laatste wilsbeschikking” te laten registreren. Om de erfenis te
regelen. Om zo veel mogelijk aan je kinderen te “schenken”, kwestie van te vermijden dat de Staat met de helft van hun
nalatenschap gaat lopen.
Ik had er tot voor kort
niet écht aan gedacht, maar stilaan komt het besef dat ik dat toch niet al te
lang meer mag uitstellen. Je weet tenslotte maar nooit, hee… En ergens zal het uiteindelijk
een geruststelling zijn te weten dat alles zo goed mogelijk geregeld zal zijn
als ik er het loodje bij neerleg. Anders riskeer ik zelfs ná mijn dood nog te “lopen” (of wat het ook is wat je doet in
het hiernamaals) piekeren. Ik ben zó’n vreselijke piekeraar dat het wellicht
zelfs dan niet zal stoppen…
Maar samen met de
zekerheid dat “het einde” er morgen
al zou kunnen zijn, is ook het verlangen, de wens, om toch nog een beetje
langer te mogen leven, sterker geworden. Vroeger hield ik niet zo erg vast aan
dit leven: als het op een dag zou stoppen, dan was het maar zo. Dit aardse
leven leek mij niet zó kostbaar dat ik het persé zo lang mogelijk wilde rekken.
Het was nu eenmaal iets waar we doorheen moeten. Dat is anders geworden, nu.
Met het inzicht in de eindigheid van het leven, is ook het besef gekomen van de
waarde ervan en van wat het tóch te bieden heeft.
De breekbaarheid van dit
leven heeft mij vooral doen inzien dat de waarde ervan niet bepaald wordt door
grote ambities of straffe verwezenlijkingen. Dat je niet noodzakelijk grootse
dingen moet verwezenlijkt hebben om een “geslaagd”
leven te leiden. En ook dat je niet de hele tijd moet zitten wachten op “opstekers” om een dag op te fleuren.
Er is genoeg in je leven,
rondom jou of door wat je zélf doet, wat het leven mooi en “de moeite waard” maakt. Een orchidee die
zowaar voor een tweede of derde keer bloeit. De warmte in huis op een kille
herfstdag. Het bezoek van de kinderen. Ons Liese die in huis rond trippelt, of
gierend en schaterend van plezier door de woonkamer koerst, en die de hele dag
aan het vertellen is. Een mooi liedje op de radio of op YouTube. Een berichtje,
zo maar, van een vriendin. De inspiratie voor een nieuw Blog-stukje. Een compliment
van een lezer voor een verhaaltje.
Het zijn allemaal kleine
dingen die ik nooit genoeg naar waarde had geschat, omdat ik met niet minder
dan “het ideale” tevreden was. Maar
zie: een mens is nooit te oud om te leren of om tot betere inzichten te komen.
Mijn leven is, zoals bij
de meesten van ons, niet geworden wat ik er ooit van gedroomd had, maar “So what!” Het is tóch de moeite waard en
ik wil het eigenlijk liever nog niet kwijt…
Reacties
Een reactie posten