Volleybalcoach

Als u mij zou vragen wat het allergevaarlijkste beroep ter wereld is, dan zou ik tegenwoordig onmiddellijk denken aan de job van “topsportcoach”. Enige tijd geleden lagen de coaches van onze nationale turnsters zwaar onder vuur, meer recent was het de beurt aan de coaches van de Nederlandse hockey-dames, en nu heeft ook de trainer van onze nationale volleybalploeg, de Yellow Tigers, prijs.

Dat gebeurt heel zeker allemaal in de nasleep van de “#MeToo”-beweging. Er is een nieuwe tijdsgeest gegroeid waarbij (vooral) vrouwen en meisjes niet meer met zich laten sollen en luidruchtig voor zichzelf (en voor elkaar) willen opkomen. Wat uiteraard een gezonde ontwikkeling is: de tijd dat jonge meisjes en vrouwen alles lijdzaam moesten zien te verduren, ligt ver achter ons.

Maar in het geval van deze topcoaches ging/gaat het wel niet om de aantasting van de “fysieke integriteit” van de sporters. We spreken hier niet over ongewenste intimiteiten of fysieke agressie zoals dat voorheen altijd het geval was bij #MeToo-klachten. Blijkbaar zou het hier gaan om “emotionele” en psychische agressie. Er is sprake van regelrechte scheldpartijen, beledigingen, intimidatie, vernederingen en meer van dat fraais.

De eersten die de kat de bel hadden aangebonden, waren een aantal oud-topturnsters. Zij kwamen naar buiten met klachten over de sfeer van intimidatie en psychologische agressie vanwege het trainersduo bij de Gymfed. De trainers hebben achteraf ook toegegeven dat ze in hun “ijver” bij momenten te ver zijn gegaan, en de grenzen van de redelijkheid overschreden hebben. Vooral ook omdat we bij die turnsters heel dikwijls spreken over erg jonge, en dus bijzonder kwetsbare, meisjes. Maar tegelijk hebben de huidige topturnsters dan toch de kant van hun trainers gekozen, wat er op wijst dat het verhaal niet zo “zwart wit” is als het in de media verkocht werd.

Bij de Nederlandse hockeymeisjes en bij onze volleybaldames zijn gelijkaardige verhalen komen bovendrijven. Maar daar gaat het wél om volwassen jonge vrouwen. En dan vraag ik me toch af waarom die dat allemaal lijdzaam over zich heen hebben laten gaan als het zo erg was als sommigen achteraf beweerd hebben? Het zijn topsporters, met een uitgesproken “vechtersmentaliteit”. Het gaat hier niet om weerloze kinderen of makke lammetjes, toch?

Mijn informatie omtrent die verschillende affaires is natuurlijk erg beperkt, en heb ik alléén “van horen zeggen”. Ik kan dus niet oordelen wat er precies van aan is.

Ook de media hebben trouwens alléén maar verhalen en geruchten om zich op te baseren, maar dat belet hen uiteraard niet om er smeuïge en sensationele reportages over te schrijven of uit te zenden, en ongegeneerd reputaties door het slijk te halen.
Ik weet wél dat de klachten vooral komen van ex-sporters. Dat betekent ofwel dat de sfeer binnen die sportfederaties zó tiranniek en onderdrukkend was dat niemand de durf vond om te spreken tijdens de actieve carrière, ofwel dat er rancune en wraak in het spel is omwille van een gevoel van tekort aan waardering. Dat de huidige generatie topturnsters of volleybalspelers hun trainer(s) verdedigen, wijst eerder op dat laatste. Al “bewijst” dat natuurlijk niets: het zou kunnen dat die ongezond harde aanpak er vroeger wel was en nu veel minder.

Hoe dan ook: het is een beetje “gemakkelijk” om die trainers weg te zetten als “meedogenloze dictators” en “beulen”. Want uiteindelijk hebben die coaches gedaan wat van hen gevraagd werd: ze hebben voor resultaten gezorgd. Het is zelfs behoorlijk hypocriet van de sportbonden om met een beschuldigende vinger naar de coaches te wijzen, als die alleen maar doen wat van hen verwacht wordt. (Onlangs is trouwens de coach van de Belgian Cats door de Belgische basketbalbond aan de kant gezet omdat hij te “soft” was en men op zoek wilde gaan naar een trainer die de speelsters naar een hoger niveau kon “pushen”.) En het is even hypocriet van de media om dat soort verhalen breed uit te smeren, want zij (de media) zijn de eersten om een trainer af te breken als de resultaten uitblijven.

Het écht grote probleem ligt niet bij de coaches, maar wél bij de dwingelandij van “het presteren” in de sport. En bij uitbreiding in de gehele huidige samenleving. Alléén wie bij “de besten” is, telt mee. Alléén wie presteert en uitblinkt, telt mee. Alléén wie aan de top staat, telt mee. En zowat alle middelen om die top te bereiken zijn toegelaten.

Wie aan de top staat, heeft er ook geen probleem mee om de prijs te betalen. Het is pas achteraf dat de bedenkingen komen…

Reacties

Populaire posts van deze blog

A whiter Shade of Pale

Naïve

To Daddy