Muziekschool
(Ménière blijft mij hardnekkig lastig vallen, waardoor ik het even wat moeilijker heb om nieuwe stukjes te schrijven. Jammer genoeg. Daarom komt er vandaag en morgen, min of meer op speciaal verzoek, een stukje “uit de oude doos”: een blog-bijdrage uit mijn oude blog, van 23 en 24 januari 2021.)
Ik ben geboren in een erg muzikale familie. In elk geval toch van mijn vaders kant. Zijn vader, “pépé van de Pauvre-Leute”, was een begenadigd muzikant, en in zijn jongere jaren zelfs “tweede dirigent” van de Koninklijke Fanfare Sint-Jan. Zijn vier zonen, ons vader en zijn drie broers, hebben die muzikale genen geërfd en zijn alle vier talentvolle, of toch in elk geval enthousiaste, muzikanten gebleken. Drie van hen in de Koninklijke Fanfare Sint-Jan, en de vierde als dirigent van het harmonie-orkest van de ASLK, in Brussel.
Het leek dus vanzelfsprekend dat ook wij, de zes kinderen, in die muzikale voetsporen zouden treden. Maar dat is een beetje anders gelopen: het muzikale gen is op één of andere manier niet goed doorgegeven. Alléén mijn oudste broer en ik hebben de Koninklijke Fanfare vervoegd, de anderen hebben vriendelijk bedankt. Mijn broer vond het al bij al niet écht een hartverwarmende ervaring, en heeft de fanfare na korte tijd al in de steek gelaten. Ik moet toegeven dat onze eerste kennismaking met de muzikale wereld inderdaad niet bepaald opwindend of boeiend was: er waren de wekelijkse, oersaaie, lessen “Notenleer”, en bij een optreden van de fanfare was onze bijdrage beperkt tot het paraderen met een stokje, een soort “baton”. Een taak die in latere jaren met veel meer bravoure en flair door een stel majorettes vervuld werd.
Maar ik heb het dus wel volgehouden. En ik mocht een instrument leren bespelen. Het is een “hoorn” geworden. Niet uit eigen keuze, want wist ik veel, op mijn 10 jaar, op welk instrument ik graag had willen spelen. Aan een hoorn had ik in elk geval niet direct gedacht. Vooral niet omdat ik zelfs niet eens wist wat een hoorn was. Maar de typische hoorn is een “linkshandig” instrument: de ventielen worden met de vingers van de linkerhand ingedrukt. En aangezien ik de enige linkshandige was in de nieuwe lichting…
Ik moet eerlijk toegeven dat ik niet het enorme muzikale talent van mijn grootvader heb geërfd. Wat ik wél van ons vader geërfd heb, was de aanleg voor koortsblaasjes. Ik was amper van een set lelijke blaren op mijn lippen genezen, en daar kwam de volgende pijnlijke blaas zich al aankondigen. Een hoorn is nu ook niet bepaald het meest “koortsblaas vriendelijk” muziekinstrument: het mondstuk van een hoorn is niet zo rond als dat van bijvoorbeeld een tuba, het is véél smaller. En dus een foltertuig voor kwetsbare lippen.
Maar het is de schuld van Marc Van Ranst dat ik, net als ons vader, om de haverklap geteisterd werd door die uitbraak van “herpes”. Of liever: het kwam door de afwezigheid van Marc Van Ranst. Nu komt die zowat elke dag op teevee met zijn welgemeende goede raad, maar toen bleef hij geheel en al afwezig. En dus was ik volkomen onwetend over de belangrijke richtlijnen om de verspreiding van een virus tegen te gaan. Ik heb er nooit aan gedacht om het mondstuk van mijn hoorn te ontsmetten. Ook al omdat niemand anders daar zijn mond zou aan zetten. Maar het gevaarlijke herpesvirus bleef dus aan dat mondstuk floreren, en bijgevolg had ik elke keer opnieuw prijs. Tot bloedens toe.
Maar “ware kunst” vraagt nu eenmaal offers…
Wordt vervolgd…
Reacties
Een reactie posten