Alles gaat voorbij
Ik moet toegeven dat mijn Ménière erg afmattend geworden is. Er is niet alleen de continu sluimerende angst voor een aanval, maar er is ook dat constante, licht misselijke en wankele, onzekere gevoel. Als dát mijn toekomst is, dan zie ik daar serieus tegen op!
Dat is ooit, lang geleden mijn “motto” geweest. Mijn manier om het vol te houden, toen ik in de eerste helft van de jaren negentig van de vorige eeuw letterlijk door de hel ben gegaan en zó diep in de put heb gezeten dat ik er meerdere keren aan gedacht heb om er maar meteen een einde aan te maken.
Ik had enorm veel stress en problemen, toen, en die stress heeft zich fysiek een weg gezocht in het grootste orgaan van het menselijk lichaam: onze huid. Ik kreeg last van Prurigo: “Prurigo Nodularis is een huidaandoening met hevig jeukende bulten meestal op de armen en benen. Deze aandoening komt vooral voor bij volwassenen. Van Prurigo Nodularis kunt u lang last blijven houden. Het ontstaansmechanisme van Prurigo Nodularis is onbekend. Bij Prurigo Nodularis is het onduidelijk wat er nu eerst was, de jeuk of de Prurigo noduli. Duidelijk is wel dat het krabben verantwoordelijk is voor het in stand houden en erger worden van Prurigo Nodularis. Door chronisch krabgedrag ontstaan geëxcorieerde (kapot gekrabde) en verlittekende noduli en knobbels. De continue mechanische beschadiging leidt er toe dat er steeds meer littekenweefsel en bindweefsel ontstaat. Het kapot krabben van de jeukende bult verlicht even de pijn maar in de genezingsfase gaat het toch weer jeuken en zo ontstaat een vicieuze cirkel. Het krabben gebeurt ook onbewust of in de slaap, omdat de jeukprikkel automatisch een krabreflex uitlokt. Psychologische factoren, problemen, stress kunnen van invloed zijn, omdat die het krabgedrag kunnen verergeren.”
Het begon vrij onschuldig met jeukende vlekken en bulten op mijn armen en benen, en op mijn onderrug. Maar ik beging inderdaad de klassieke fout om te gaan krabben, tot bloedens toe. Want dan werd de jeuk, eventjes, verdrongen door de pijn. Waar ik mezelf kapot gekrabd had, ging de wond uiteraard ontsteken, zodat ik nadien een nest bacteriën onder mijn nagels kreeg bij het krabben. Die ik dan overbracht op een andere jeukplek waar ik de jeuk wou verjagen. Op den duur begon ik er zo’n beetje als “Job” van het Oude Testament uit te zien: mijn onderrug, mijn armen en benen, en ook mijn handen en voeten, zelfs mijn oren; ik zat uiteindelijk helemaal onder de etterende en bloedende wonden.
Al die tijd, zowat vijf jaar lang, was ik (in mindere of meerdere mate) de wanhoop nabij. Zó erg zelfs dat ik desnoods mijn leven had beëindigd om van die folterende pijn/jeuk (en van de stress) verlost te zijn. Maar dat was uiteraard geen optie met twee kleine kinderen. En ik klampte me vast aan het idee: “Alles gaat voorbij. Ook dit zal voorbij gaan.”
Mijn boodschap voor hen die sombere of zelfs diepzwarte periodes in hun leven moeten doormaken, is dan ook deze: “Het gaat voorbij. Alles gaat voorbij.” Dat weet ik heel zeker!
Al was het maar omdat uiteindelijk ook ons leven zélf op een dag voorbij zal zijn…
Reacties
Een reactie posten