Het zou kunnen dat ik
bevooroordeeld ben, maar in mijn ogen zijn rijke en machtige mannen (en
vrouwen) bijna altijd bijzonder arrogant. Ik vermoed dat rijkdom en macht op
één of andere manier aanzetten of “verleiden”
tot arrogantie. Het gevoel van “ik kan me
alles permitteren” en “wie doet mij
wat?”
Dat hebben we
bijvoorbeeld gezien bij super rijke of super machtige mannen zoals Silvio Berlusconi, voormalig eerste
minister van Italië en mediamagnaat, of Dominique
Strauss-Kahn, in betere tijden directeur-generaal van het Internationaal Monetair Fonds. Die
mannen waren er heilig van overtuigd dat zij zich zonder problemen aan vrouwen
of jonge meisjes konden vergrijpen, of dat zij konden frauderen tegen de
sterren op. Want ze voelden zich onaantastbaar.
Maar we zien het ook bij
onze eigen rijke Belgen. En dan denk ik aan de heren Marc Coucke of Bart Verhaeghe
of Paul Gheysens. Alle drie
behoren zij tot de top-100 van de rijkste Belgen, en alle drie hebben ze een
voetbalclub opgekocht om mee te kunnen pronken. De meest ambitieuze van de drie
is vermoedelijk wel Paul Gheysens, baas van Ghelamco,
en eigenaar van Royal Football Club
Antwerp (nadat Marc Coucke RSC
Anderlecht van hem had afgesnoept).
Het is die tomeloze
ambitie die de heer Gheysens ertoe gebracht heeft ene Marc Overmars binnen te halen als “sportief directeur”. Marc Overmars was indertijd een succesvol
voetballer en daarna “sportbestuurder”
bij het gerenommeerde Ajax Amsterdam.
Daar werd hij echter heel onlangs ontslagen, of gedwongen ontslag te nemen, na
iets té veel klachten wegens “grensoverschrijdend
gedrag” tegenover zijn vrouwelijke medewerkers. Ik ken de details niet van
de aanklachten, en ik heb er geen idee van hoe ernstig de feiten waren, maar
dat er iets niet pluis was, dat lijkt wel zeker. De heer Overmars is in elk
geval géén onbesproken figuur.
Dan zou je toch
verwachten dat men als werkgever enige voorzichtigheid aan de dag zou leggen
als men zo iemand wil aanwerven. Dat men zou proberen na te gaan hoe gevoelig
dit zou liggen bij de andere medewerkers, zéker bij de vrouwelijke werknemers.
En dat men die gevoeligheden zou proberen weg te werken door bijvoorbeeld
garanties te geven dat de nieuwe werknemer zich strikt aan alle ethische codes
zou houden en niet in zijn oude fouten zou hervallen. Dan zou je toch
verwachten dat de nieuwe werknemer strenge voorwaarden zou opgelegd krijgen.
Dan zou je toch verwachten dat alle belanghebbenden, zoals bijvoorbeeld de
sponsors van de voetbalclub, vooraf op de hoogte worden gebracht en dat hun
akkoord is gevraagd voor de nieuwe, delicate, aanwerving. Ja toch?
Niets van dat alles. De
heer Paul Gheysens meende in zijn arrogantie dat hij zijn zin gewoon kon
doordrijven, zonder met een ander rekening te houden. Zonder zich van de
gevoeligheden bij anderen iets aan te trekken. Zonder stil te staan bij de
mogelijkheid dat anderen zich misschien gekwetst zouden voelen. Want de heer
Gheysens is rijk en denkt bij zichzelf: “Wie
doet mij wat?”
Zoals veel arrogante
mannen vóór hem, heeft ook de heer Gheysens zijn macht overschat. Want de komst
van Marc Overmars heeft geleid tot grote commotie in België. En ook in
Nederland, waar ze het zo formuleren: “Sowieso
is het moreel kompas van het Belgische voetbal verstoord, maar Paul Gheysens
heeft helemaal geen moreel kompas.”
Ik vermoed dat de heer
Gheysens zich aan dergelijke opmerkingen weinig gelegen laat. In zijn
onblusbare ambitie is hij tot alles in staat en tot alles bereid, en het zal
hem een zorg wezen als anderen zijn “moreel
kompas” in twijfel trekken. Maar helaas voor hem heeft dit ook onverwachte financiële
consequenties, en die raken hem ongetwijfeld wél: de mede-sponsors van RFC Antwerp houden het één na één voor
bekeken, en willen niet langer aan die voetbalclub gelieerd worden. Voor zijn
ambities heeft de heer Gheysens geld nodig, véél geld. En daarvoor moet hij op
die sponsors rekenen. Als die afhaken, dan heeft hij een serieus probleem.
Het zou dus best weleens
kunnen dat de heer Overmars even vlot en gezwind aan de deur gezet wordt als
hij binnen gehaald werd. Het is tenslotte maar een “business deal” voor de heer Gheysens. Als het hem beter uit komt,
dan zal hij Marc Overmars even gemakkelijk laten vallen als hij zijn
medewerkers eerder voor schut had gezet. Want tenslotte: “Wie doet hem iets?”
Ja, ik heb toch het idee
dat rijke en machtige mannen meestal ook erg arrogant zijn…
Reacties
Een reactie posten