Zoals zowat alle
Vlamingen zien ook wij ons verplicht om te “bezuinigen”
door de energiecrisis.
Daarom heb ik alvast
besloten om onze verwarming af te zetten, want ook de accumulatieverwarming
kost stukken van mensen tegenwoordig. Vanaf midden maart al gedaan ermee. In de
hoop dat het lentezonnetje ons huis voldoende zal opwarmen. En anders kunnen we
’s avonds altijd een dekentje over onze oude leden spreiden om warm te blijven.
Hopelijk staat ons geen al te guur voorjaarsweer te wachten in april. Gelukkig
hebben we nog de directe elektrische verwarming. Die kunnen we altijd nog op
zetten als het écht nodig zou zijn. En die verwarming is gratis want de elektriciteit
komt van de zonnepanelen. (De VREG zou steigeren als ze dit zouden lezen…)
Daarom ook laat ik mijn
auto de laatste maanden veel meer thuis. Die staat al een jaar bijna de hele
tijd werkloos op onze oprit. (Zonde van het gespendeerde geld, eigenlijk!) Als
het enigszins kan, ga ik te voet. Meer dan vroeger nog. Ook vóór de crisis ging
ik te voet naar de bakker of naar de apotheek in de buurt. Maar nu doe ik bijna
alles te voet. Ook als het iets verder weg is. Naar het bankkantoor
bijvoorbeeld, of naar de post, of naar het ziekenfonds. Ik ben zelfs te voet
naar de NKO-arts geweest, zo’n 2,5 km ver. Ik zou ook met de fiets kunnen gaan,
maar met mijn Ménière durf ik niet goed meer. Ik wil liever niet riskeren een
aanval van draaiduizeligheid te krijgen terwijl ik aan het fietsen ben.
Ik geef toe dat de dure
brandstof niet de enige reden is. Ik doe het ook voor mijn conditie, en (meer
nog) voor mijn alsmaar verder uitdijende lijn en voor mijn strenge weegschaal.
Maar misschien doe ik het nog meest van al omwille van mijn stappenteller. Die
is altijd zó vriendelijk en attent voor mij, het leek me maar vanzelfsprekend
dat ik hem ook af en toe eens een pleziertje zou doen. En reken maar dat ik hem
blij gemaakt heb: hij jubelt het de voorbije weken bijna elke dag uit van
contentement.
Onlangs moest ik naar de
garage voor het jaarlijks onderhoud van de auto. Die was al een paar weken aan
het klagen en zagen dat het tijd was voor het “periodiek onderhoud”. Ik heb dat een tijd uitgesteld omdat ik er
gewoon geen zin in had. En ook wel omdat ik er door mijn zuinige aanpak
belachelijk weinig kilometers mee gereden heb. Maar mijn auto is van het
vasthoudende soort: hij geeft niet af en blijft mij lastig vallen over de
noodzaak van een onderhoud zodra ik hem start. En dus heb ik een afspraak
gemaakt.
Ik heb het eens gecheckt
op Google-Maps: 6,8 km te voet van bij ons thuis. Dat is vrij ver, maar het is
goed te doen. Ik heb al verder gestapt dan dat. Al moest ik die hele afstand
nadien wel nog een keer afleggen terug naar huis.
Ik dus met gezwinde stap
naar de garage, in de lentezon. Na goed anderhalf uur was ik er al.
“Of ik de papieren van de auto bij had?” vroegen ze aan de receptie.
Niet direct, nee: die
liggen in de auto.
“Geen probleem, meneer. En waar staat de auto geparkeerd?”
Ja, thuis nog, hee. Want
ik was te voet gekomen!
Dat bleek dus geen goed
idee geweest te zijn. Ik mocht onverrichterzake terug naar huis keren en
diezelfde 6,8 km in omgekeerde richting afleggen.
Bezuinigen omwille van de
energiecrisis… Allemaal goed en wel, maar er zijn grenzen.
De volgende keer zal ik
het toch wat slimmer aanpakken: ik ga met de bus!
Reacties
Een reactie posten