Koning Willem-Alexander

Koning Willem-Alexander had zijn kabinet in spoedberaad bijeen geroepen. Hij wilde een aantal vervelende kwesties omtrent het Zuidelijk Buurland bespreken die hem al veel langer een doorn in het oog waren, en die hij zo snel mogelijk opgelost wilde zien omdat hij stilaan zijn geduld begon te verliezen.

Er was de frustrerende vaststelling dat het Zuidelijk Buurland nog altijd een paar enclaves van zijn land bezet hield. Dat moest eindelijk ongedaan gemaakt worden: die gebieden moesten terugkeren naar het vaderland. Verder was er ook het gevaar van die oude en versleten kernreactoren in het Zuidelijk Buurland, vlak bij de grens. Die vormden een constante nucleaire dreiging omdat ze in slechte staat waren, en ze moesten bij voorkeur zo snel mogelijk uitgeschakeld worden. Maar het ergste waren nog de geruchten over de discriminerende en onmenselijke behandeling van zijn landgenoten in de noordelijke provincies van het Zuidelijk Buurland. Er was zelfs sprake van een ware genocide.
Er moest dus onmiddellijk ingegrepen worden, en het leger werd in staat van opperste paraatheid gebracht.

Het zou een heel beperkte militaire operatie worden. De bedoeling was om de verloren enclaves terug bij het eigen land te voegen, de gevaarlijke kerncentrale uit te schakelen, en de landgenoten in de aanpalende provincies te gaan bevrijden. De klus zou sowieso in een paar dagen geklaard zijn, want het Zuidelijk Buurland was geen partij voor de troepenmacht van Willem-Alexander.

En zo kwam het dat het Zuidelijk Buurland onverhoeds binnengevallen werd door het Noordelijke leger. De verrassing was compleet, en binnen de kortste keren waren de beoogde enclaves veroverd en was de kerncentrale in handen van Koning Willem-Alexander.
Maar ondertussen had hij gehoord dat de hele Noordelijke helft van het Zuidelijke Buurland zich onderdrukt voelde door de overheersende klasse van de Zuidelijke helft. Naar het schijnt wilden de inwoners van de Noordelijke helft zich liever losrukken uit de unitaire staat en zich aansluiten bij het land van Willem-Alexander. Dus besloot hij om niet te stoppen eens hij zijn oorspronkelijk doel bereikt had, en dan maar verder door te zetten om de hele Noordelijke helft van het land te bevrijden zodat ze daarna zelfstandig over hun eigen lot konden beslissen.

Dat liep helaas niet helemaal zoals de koning het verwacht had. Het Zuidelijke leger had zich ondertussen kunnen organiseren en bood meer weerstand dan voorzien. Zodat er opeens ook soldaten van Willem-Alexander sneuvelden, en dat zou in eigen land helemaal niet goed vallen. De inwoners van zijn land kregen dan ook alleen nog beelden te zien van de bevrijde provincies en van de inwoners van de veroverde enclaves die hun grote opluchting voor de camera’s lieten blijken. Er kwam bovendien ook, geheel onverwachts, heel veel protest van de andere buurlanden, want die vonden die oorlog totaal onterecht en bovendien gevaarlijk voor het hele continent. Koning Willem-Alexander voelde zich zwaar miskend en beledigd door de afwijzende reacties van al die andere landen. Hij besloot hen allemaal een lesje te leren, en zette met nog méér vastberadenheid zijn missie verder. Maar ook de reacties van de inwoners in de bevrijde gebieden vielen heel erg tegen: zijn soldaten werden niet als helden ontvangen, maar als bezetters uitgespuwd. Meer en meer kwam ook het verzet van de burgerbevolking op gang. Waarop Willem-Alexander zijn soldaten nog heftiger tekeer liet gaan.

Om het einde van de oorlog te bespoedigen, bedacht Koning Willem-Alexander het plan om de grootste stad in de Noordelijke helft van het Zuidelijk Buurland aan te vallen. Dat was een belangrijke havenstad. Als hij die veroverd had, dan kon hij het hele land economisch wurgen en tot overgave dwingen. Maar die operatie verliep bijzonder moeizaam, en de weerstand van het Zuidelijke leger was veel groter dan verwacht. Tot Willem-Alexander bevel gaf de stad zelf te bombarderen, zonder enig onderscheid in de getroffen doelwitten. Met het gewenste effect: het vijandelijke leger trok zich terug, en de koning kon de stad innemen. Na korte tijd was de Noordelijke helft van het land zo goed als volledig onder zijn controle.

Maar midden in het bezette gebeid lag er nog een grote stad die eigenlijk niet tot de Noordelijke helft behoorde, maar er wel volledig door omsloten werd. (Of misschien behoorde die stad wél tot de Noordelijke helft? Niemand van zijn kabinet die het wist want niemand begreep iets van de ingewikkelde structuur van dat land.) Voor Koning Willem-Alexander was dit een heel vervelende situatie, want met dat vijandelijk gebied binnenin het bevrijde land, zat hij geplaagd met een uitvalsbasis voor de haarden van verzet die overal begonnen te smeulen. Er zat dus niets anders op dan ook die stad in te nemen. Hij kon gewoon niet anders…

Dat bleek een vreselijke misrekening te zijn. Want hoe hij ook probeerde, hij kreeg de stad niet onder controle. Het was al langer een broeihaard van terroristische groeperingen, een echt “hellegat”. En zijn leger kreeg de ene aanslag na de andere te verduren. Zelfs in eigen land kreeg de koning te maken met bloedige aanslagen van terroristen uit die stad. Hij zat in zak en as.

Toen enige tijd later in het Zuidelijk Buurland overal in het straatbeeld spandoeken verschenen met de boodschap: “Wij willen Willem weg”, hield hij het voor gezien, en trok met de staart tussen de benen terug naar het eigen land.

De gediscrimineerde inwoners in de aangrenzende provincies moesten dan toch maar hun eigen boontjes doppen. Want al bij al: zó erg als beweerd werd, hadden die het nu ook weer niet te verduren…

Reacties

Populaire posts van deze blog

Welcome Home

School

Diagnose