Somber
Ik zou zó graag nog eens een luchtig en vrolijk stukje schrijven. Zo eentje waar ik plezier aan beleef bij het schrijven, en dat u zou moeten doen (glim)lachen bij het lezen. Maar dat lukt mij (voorlopig) niet: mijn stemming is bijzonder neerslachtig, en alle vrolijkheid die ik zou tonen, is artificieel, geforceerd.
Ik moet toegeven dat ik nooit een echt “uitbundig vrolijk” iemand ben geweest. Zelfs als kind, of in elk geval als tiener, was ik niet bepaald een luidruchtige “grappenmaker”, en al helemaal geen “levensgenieter”. Ik ben altijd al een beetje een piekeraar geweest, geneigd tot sombere gedachten. Vandaar wellicht ook mijn literatuurkeuze als tiener: Fjodor Dostojewski, Lev Tolstoj, Albert Camus, Emile Zola, Heinrich Böll, Lode Zielens. Ik verslond de (dikke) boeken, en werd er niet direct vrolijker bij. Wel integendeel, want de meeste van die romans zijn bijzonder deprimerend. (Ik weet nu wel niet of ik zo somber gestemd was door die boeken, dan wel dat ik die boeken las omdat ik me droefgeestig voelde.)
Is er dan niets om kleur en vrolijkheid te brengen in mijn wereld? Jawel: er is het wekelijks bezoek van ons Liese. Een schat van een kind. Ze laat ons elke maandagavond als ze terug naar huis gaat, uitgeput maar gelukkig achter. Een klein lichtpuntje in een troosteloze wereld.
Eigenlijk klopt er iets niet met onze levensloop. Onze mooiste periode beleven we als kind. Maar we beseffen het op dat moment niet echt, en we houden er later weinig herinneringen aan over. Wanneer we écht “besef” beginnen krijgen van wat ons leven werkelijk inhoudt, moeten we aan de slag en beginnen de zorgen: aan onze toekomst bouwen op school, geld verdienen op het werk om te kunnen leven, ons gezin zo goed mogelijk proberen te onderhouden, zorgen voor een dak boven het hoofd, een spaarpotje proberen te verzamelen voor “later” of voor de kinderen. En dan komt, als we oud zijn, de tijd dat we ons geen zorgen meer zouden moeten maken, dat we eindelijk zélf van ons leven kunnen en mogen genieten. Maar dat is ook het moment dat we beginnen af te takelen, dat we moeten erkennen dat heel veel dingen niet meer kunnen. Het moment ook dat ons lichaam begint te verslijten, dat de kwaaltjes bovenkomen, de ongemakken en de pijn, de zorgen om onze gezondheid. Nee, ook dan kunnen we niet “onbezorgd” door het leven stappen.
Inderdaad: de enige écht onbezorgde momenten beleven we als we kind zijn, wanneer we het niet eens écht beseffen. Terwijl we nét van die onbezorgdheid zouden moeten kunnen genieten wanneer we er ons ook écht ten volle van “bewust” zijn!
Reacties
Een reactie posten