Uit het Oog, uit het Hart

Ik heb het er onlangs in mijn blog nog over gehad hoe snel ons vader “vergeten” werd bij zijn “vrienden” in het bestuur van “Het Werk van den Akker”, en hoe zijn betekenis en zijn bijdragen voor de vereniging binnen de kortste keren niet meer leken te tellen. Hetzelfde overkwam hem trouwens voor zijn inspanningen als vakbondsafgevaardigde in een tijd toen de vakbonden er nog voor de werknemers waren in plaats van alleen voor zichzelf (zoals nu). Al die mensen die hij verdedigd en geholpen had, leken hem nadien volkomen uit hun gedachten gebannen te hebben.

Hij nam het zijn oude “vrienden” behoorlijk kwalijk, denk ik, dat ze hem zó vlug vergeten waren. En ik kan dat heel goed begrijpen. Zoals ik eerder al schreef: de mensen lijken de goeie dingen die je voor hen doet maar al te vlug achter zich te laten.

Maar misschien ben ik hier wat te negatief in mijn oordeel? Misschien is het geen kwade wil als de mensen je (veel te vlug) vergeten? Misschien is het gewoon de druk van het leven, die maakt dat mensen geen tijd meer hebben om ook eens achterom te kijken. Geen tijd meer hebben voor diegenen die vroeger belangrijk voor hen waren. Dat gevoel heb ik alleszins ook wel, nu ik (na enkele mislukte pogingen) ongeveer een half jaar écht met pensioen ben.

Ik had toch een aantal collega’s op het werk die méér dan zomaar “een collega” waren. Mensen met wie ik het heel goed kon vinden, met wie er een échte klik was. Mensen met wie ik een ernstig en vertrouwelijk gesprek kon voeren. Mensen die mij hun pijn en zorgen toevertrouwden, en die ik kon troosten en steunen. Mensen die mij hartelijk begroetten als we elkaar ontmoetten. Mensen die mij hun “vriend” noemden en die ik als mijn vrienden beschouwde.
Dat is nu zo goed als volledig weggevallen. Ik hoor hen niet meer, zij zoeken geen contact meer met mij, en als ik hen contacteer dan krijg ik weinig of geen reactie. Echt contact heb ik maar met één iemand meer.
Ik heb me daar een tijd lang droevig om gevoeld. Boos zelfs, of dan toch in elk geval verongelijkt en teleurgesteld. Was die vriendschap dan toch niet zo (h)echt als ik het mij voorgesteld had? Was alles dan misschien veel oppervlakkiger en vluchtiger dan ik het mij verbeeld had? Nee, vermoedelijk niet. Ik denk, bij nader inzien, dat hun warme vriendschap en genegenheid écht was, en dat zij het contact niet opzettelijk laten verwateren. Het is gewoon “het leven” dat altijd maar door raast, en ook hen opslorpt en verzwelgt.

We leven allemaal aan een razend tempo, althans zolang we nog actief zijn in het beroepsleven. We haasten ons van de ene bezigheid naar de andere. We zijn constant in de weer met het maken van plannen, met het oplossen van problemen. We lopen ons voortdurend zorgen te maken en we piekeren over al die dingen die nog moeten gebeuren of die niet in orde zijn. En tussendoor moeten we ook nog eens sportief bezig zijn en ons engageren in andere sociale activiteiten. We moeten ons “netwerk” onderhouden, onze dichte kennissenkring niet verwaarlozen. En dan zijn er nog de vele activiteiten van de kinderen. Enzovoort. We haasten ons de hele dag door, en we laten ons leven té veel aan ons voorbij gaan zonder te beseffen dat een dag die voorbij is, een dag is die nooit meer terugkomt. En we zijn zó erg bezig met “morgen” dat we de kostbaarheden van gisteren uit het oog verliezen.

Het is niemands fout, niemand bedoelt het zo. Het gebeurt nu eenmaal. We leven niet echt, we laten ons leven. En onderweg verliezen we, jammer genoeg, de schatten die we verworven hadden.

Reacties

Populaire posts van deze blog

A whiter Shade of Pale

Naïve

To Daddy