Zou er iemand zijn die
nog gelooft dat onze stem bij de verkiezingen iets uitmaakt? Bij de voorbije
parlementsverkiezingen in België in elk geval al niet. Want het zijn de “verliezende partijen”, voor wie de
meeste mensen dus niet gestemd
hebben, die na de verkiezingen de nieuwe regering(en) gemaakt hebben. Dat dit
overduidelijk niet de keuze was geweest van heel veel kiezers, was hierbij van
geen tel.
Maar het kan natuurlijk
nog erger. Zoals in Noord-Ierland.
Daar had de “Unionistische Partij” al
bij voorbaat laten weten dat zij niet van plan zijn de wensen van de kiezers te
respecteren.
Noord-Ierland, of “Ulster”, is een speciaal “land” als het over de samenstelling van
de regering gaat.
Maar daarvoor moeten we
misschien toch even terugkeren in de geschiedenis: terug naar 10 april 1998, de
dag waarop het “Goede Vrijdagakkoord”
ondertekend werd en er een einde kwam aan de bloedige burgeroorlog in het
verscheurde Noord-Ierland.
Tot 1919 was het gehele
Ierse eiland nog een deel van het Verenigd
Koninkrijk, maar er was bij de bevolking een grote weerstand tegenover de
Engelse overheersing. Die weerstand was het grootst in het noorden van het
eiland. Om die weerstand te breken, werd dat gebied “gekoloniseerd” door de Britten: het land van de oorspronkelijke
bewoners werd geconfisqueerd en toegewezen aan Engelse en Schotse boeren.
Daardoor werd het noordelijk deel van Ierland stilaan vooral bewoond door
mensen van Engelse, en dus protestantse, afkomst, terwijl de rest van het
eiland nog altijd bevolkt was door de oorspronkelijke, katholieke, bevolking.
Toen het Ierse eiland in 1919 dan eindelijk de lang bevochten onafhankelijkheid
kreeg van het Britse parlement, nadat Britse soldaten in 1916 de stap naar
zelfbestuur in Ierland nog bloedig onderdrukt hadden, bleven de noordelijke “graafschappen” deel van het Verenigd
Koninkrijk, zij het met een grote mate van zelfstandigheid. Bij het toekennen
van de onafhankelijkheid wilde het Britse Hogerhuis de protestantse bevolking
in het noorden immers absoluut ter wille zijn. Die wilden koste wat kost bij
het Verenigd Koninkrijk blijven,
omdat ze bang waren dat hun stem verloren zou gaan in de grote meerderheid van
het katholieke Ierland. En zo bleef Noord-Ierland, hoewel deel van het Ierse
eiland, en fysiek gescheiden van het Britse eiland, een deel van het Verenigd Koninkrijk. Met twee
bevolkingsgroepen die ongeveer even talrijk waren, maar met een totaal
verschillende toekomstvisie: de katholieke “republikeinen” die weer aansluiting wilden met de Ierse republiek,
en de protestantse “unionisten” die
de “unie” met het Verenigd Koninkrijk wilden versterken.
Het resultaat van dit
misbaksel was een lange periode van fanatiek geweld tussen de beide
bevolkingsgroepen. Geweld dat nog versterkt werd door de tussenkomsten van de
Britse soldaten in Noord-Ierland. Wat onder andere heeft geleid tot de
oprichting van het IRA, het “Iers
Republikeins Leger”, dat met bomaanslagen en andere terreurdaden, ook in
Engeland, de Britse en protestantse onderdrukking heeft bevochten. Het is pas
in 1998, met het “Goede Vrijdagakkoord”
dat aan die bloedige burgeroorlog een einde is gekomen. Dat akkoord zorgde voor
meer rechten voor de katholieken, en stipuleerde onder andere dat de “staatkundige toekomst van Noord-Ierland zou bepaald
worden door de meerderheid van de bevolking”. Het akkoord hield ook in dat
alle partijen voortaan “vreedzame en
democratische middelen” zouden gebruiken om hun doelstellingen te bereiken
en dat “binnen twee jaar alle wapens van
de paramilitaire organisaties zouden vernietigd worden.” Maar het is pas in
2005 dat het IRA zichzelf ontbonden
heeft en instemde met een geweldloos streven naar de hereniging met de Ierse
Republiek. En het is pas in 2007 dat voor het eerst een regering kon gevormd
worden met de beide partijen: de DUP (“Democratic
Unionist Party”) en “Sinn Fein”
(de politieke vleugel van het vroegere IRA). Het is ook pas in 2007 dat het
Britse leger de “bezetting” van
Noord-Ierland eindelijk heeft opgegeven.
Het idee in 2007 was dat
voortaan de beide grootste partijen, de “Katholieken”
en de “Protestanten” altijd samen een
regering zouden vormen (zoals ook in het Goede
Vrijdagakkoord was overeen gekomen): de winnaar van de verkiezingen zou de
eerste minister mogen leveren, en de andere partij de vicepremier. Vreemd
genoeg heeft dit tot nu toe altijd gewerkt. Hoewel het belangrijkste
programmapunt van de beide partijen geheel tegengesteld is: de protestantse DUP wil bij het Verenigd Koninkrijk
blijven, terwijl de katholieke Sinn Fein
de hereniging met de Ierse Republiek nastreeft.
De beide partijen hebben het
akkoord altijd nageleefd, en ze zijn er in geslaagd om Noord-Ierland min of
meer ordentelijk te besturen, zonder al te veel strubbelingen. Tot nu, dus.
Want bij de laatste verkiezingen, begin mei 2022, hebben de “katholieken” voor het eerst de
meerderheid gehaald. Wat betekent dat zij de eerste minister mogen leveren.
Maar de uitslag was nog niet eens officieel bekend gemaakt toen de DUP al liet weten niet in die regering
te willen stappen. Omdat ze bang zijn dat de katholieken met hun pas verworven meerderheid in
het parlement zullen proberen hun voornaamste doelstelling te realiseren.
Waardoor de “protestanten” een minderheid
zouden worden in het land.
Dat zij hiermee ingaan
tegen de wil van de kiezers, die nu voor het eerst meer stemmen hebben gegeven
aan de “katholieken”, lijkt voor de
protestantse leiders van geen tel. Blijkbaar wilden ze de verkiezingsuitslagen
alléén respecteren zolang zij als winnaar uit de bus kwamen. Maar nu de
resultaten van de stemming hen niet bevallen, willen zij de logische
consequentie niet accepteren. Dat dit weleens zou kunnen resulteren in een
heropflakkering van het geweld en in een nieuwe bitse strijd tussen de beide
kampen, lijkt voor hen ondergeschikt aan hun eigenbelang.
Dat is, helaas, nog maar
eens een voorbeeld van politiek op z’n slechtst. Alléén zouden de gevolgen voor
de Noord-Ieren, en voor de Engelsen, weleens véél dramatischer kunnen zijn dan
de kinderachtige reacties van onze Belgische politici op de
verkiezingsuitslagen. Wie nog altijd de illusie heeft dat de verkozen politici
zich iets gelegen laten aan de wil of de wensen van de mensen die zij “vertegenwoordigen”, die leeft op een
andere planeet. Ik vrees dat het met de “democratie”
wereldwijd razendsnel achteruit gaat.
“De wereld is om zeep…”
Reacties
Een reactie posten