Discriminatie van het Frans
We zijn in de nazomer van 2024. We hebben net de parlementsverkiezingen achter de rug. Het resultaat van die verkiezingen was zoals te verwachten en te vrezen was: een verpletterende overwinning van het Vlaams Belang in Vlaanderen, en een zege voor de ultralinkse PTB (“Parti du Travail de Belgique”) in Wallonië.
Eén van de eerste maatregelen van de nieuwe Vlaamse regering was het afschaffen van de zogenaamde “faciliteiten” in de twaalf faciliteitengemeenten. Zowel in die van de Brusselse rand als in die aan de grens met Wallonië. Vanuit het Brussels gewest en vanuit de Waalse regering kwam daar fel protest tegen, maar dat haalde niet veel uit. Alleen op federaal niveau kon dat Vlaamse decreet aangevochten worden, maar het federaal parlement was totaal verlamd na de verkiezingen. En dus verdwenen de “faciliteiten”. Die gemeenten werden weer volledig “Vlaams”: alléén het Nederlands was nog toegelaten als officiële taal. De gemeenteraad moest in het Nederlands verlopen, alle officiële en administratieve documenten mochten enkel nog in het Nederlands gebruikt worden, op de straatnaamborden verdween de Franstalige benaming, in de scholen mocht alleen in het Nederlands onderwezen worden en het Frans werd een keuzetaal net zoals Engels of Duits of Spaans.
Omdat ze in België geen gehoor kregen, gingen de Franstaligen hun beklag doen bij onze zuiderburen. En de Franse president, als behoeder van de Franse taal, had wel oren naar het protest. Hij riep de Vlaamse regering ter verantwoording, en waarschuwde hen dat ze moesten stoppen met die discriminatie van de Franstaligen in Vlaanderen. Maar dat maakte weinig indruk. De Vlaamse regering argumenteerde dat de “faciliteiten” altijd al bedoeld geweest waren als een tijdelijke overgangsmaatregel, en dat ze van in het begin voorbestemd waren om na enige tijd te verdwijnen. In een oude omzendbrief van de Vlaamse regering, verstuurd op 16 december 1997, stond het heel expliciet: “De faciliteiten zijn bedoeld als integratie bevorderende maatregel; dit houdt in dat zij per definitie, voor de individuele betrokkenen, een uitdovend karakter hebben.”
Het neonazi-regime in Vlaanderen had uiteindelijk geen andere keuze dan in te stemmen met de eisen van de Franse president: de “faciliteiten” werden hersteld, en zelfs uitgebreid over heel Vlaanderen. De Franstaligen in Vlaanderen waren eindelijk bevrijd.
Dat is althans hoe de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, het mogelijk verloop van de gebeurtenissen schetst: “Hoe zou Frankrijk bijvoorbeeld reageren als België de Franse taal zou verbieden?” Een echte “comedian”, Sergej Lavrov. Het getuigt van een grote creatieve verbeelding om nu met zo’n argument af te komen om de inval in Oekraïne te verdedigen…
Reacties
Een reactie posten