Meer Kansen voor Links
Nee, dit wordt géén pleidooi om bij de eerstvolgende verkiezingen voor de partij “Vooruit” te stemmen. Ik heb het sowieso al niet voor de Vooruit-politici, genre Bruno Tobback die maar een schimmige kopie is van zijn vader, oud-burgemeester van Leuven, Louis Tobback. En na de pijnlijke affaire met het Gentse kunstencentrum heb ik geen greintje sympathie meer voor Conner Rousseau, huidig voorzitter van Vooruit. Ik blijf erbij dat de manier waarop hij de naam van het kunstencentrum en het gebouw gestolen heeft in een opportunistische poging zijn partij weer wat populairder te maken, laag bij de gronds was en zelfs ronduit schandalig. Dat men in pure wanhoop uiteindelijk “VIERNULVIER” (oftewel: “404”) als nieuwe naam voor het kunstencentrum gekozen heeft, zegt alles: de hele operatie was een blunder en een fiasco voor alle betrokkenen. Dat Vooruit ondertussen wel betere resultaten boekt in de peilingen, is volgens mij niet te danken aan het intellectueel vernuft van “mateke” Conner, noch aan het veelbelovende politieke programma van de partij, maar wel aan zijn naambekendheid bij alle TikTokkers en Instagrammers van Vlaanderen. Conner Rousseau is een vlotte verschijning, en op het oppervlakkige platform van de sociale media zal hij ongetwijfeld veel succes boeken. Helaas schuilt er achter dat joviale uiterlijk een meedogenloze haai zonder realistische ideeën.
Dus: nee, ik pleit niet voor politiek “links”. Ik pleit voor meer respect en meer erkenning voor de linkshandigen onder ons. Ik heb dat eerder al eens gedaan, zie in mijn oude blog (https://www.bloggen.be/andershandig/ ), het stukje “Linkshandig”, op 10/12/2019. Dat is trouwens het basisidee geweest om met mijn blog te starten.
Hoe erg het met onze “rechten” gesteld is, heb ik onlangs nog maar een keer mogen ervaren.
Voor mij betekent mijn linkshandigheid trouwens een extra handicap. Omdat ik linkshandig ben, neem ik de telefoon altijd met mijn linkerhand op, dat is een automatisme. Vanzelf houd ik de telefoon dan ook aan mijn linkeroor, omdat het nogal moeilijk is om de telefoon met de linkerhand naar het rechteroor te brengen. En dan hoor ik… Niets. Totale stilte. Waarbij mijn eerste reactie is dat er precies iets fout is met de geluidsafstelling van onze telefoon. Tot het besef komt: ik ben immers zo goed als helemaal doof in mijn linkeroor. Waarna ik de telefoon op “luidspreker” zet en de stem aan de andere kant, die ondertussen al vele volzinnen gesproken heeft, er dan toch door komt. Hoe hij/zij het gesprek precies begonnen is, dat weet ik niet; ik kan moeilijk vragen om nog eens van voor af aan te beginnen. En waar het precies over gaat, daar heb ik dikwijls ook het raden naar. Al vind ik dat niet zó erg: meestal is het toch iemand die mij een abonnement wil aansmeren, of een beter energiecontract, of een andere telecomprovider. Laatst was het blijkbaar iemand die mij “geheel vrijblijvend” een gehoortest wilde aanbieden. Ik heb vriendelijk bedankt: ik heb geen nieuwe gehoortest nodig om te weten dat ik links zo goed als niets meer hoor.
Hoe dan ook: het wordt hoog tijd om eindelijk werk te maken van onze “linkse” beweging. Om een eind te maken aan de flagrante discriminaties en om eindelijk met verenigde krachten te strijden voor onze “rechten”.
Reacties
Een reactie posten