Pesten is van alle
tijden, vermoed ik.
Zelf ben ik, voor zover
ik me herinner, als kind nooit gepest. Toch niet door mijn medeleerlingen op
school. Ik ben wel een tijdje gepest geweest door onze leraar Frans, die ook
onze klastitularis was, bij mijn eerste jaar op het Atheneum. (Ik heb dat al
eens in een stukje verhaald, geloof ik.) Omdat ik op mijn 14 jaar nog altijd
een korte broek droeg, behalve dan in putje winter, (vermits onze ouders niet
de middelen hadden om voor geheel nieuwe kleren te zorgen), zat ik blijkbaar
onmiddellijk in zijn vizier. En de eerste dag had ik al prijs. Ik mocht, als
nieuwe leerling, vooraan gaan staan om mezelf voor te stellen, maar hij nam de
gelegenheid te baat om mij belachelijk te maken: volgens hem leek ik op “Fernandel”, een Franse komiek die toen
erg beroemd was. Maar hij is daar al na enkele weken mee gestopt, zodra hij
merkte dat ik de slimste van de klas was. Ik kan me ook niet herinneren dat
kinderen door andere kinderen gepest werden op school. Ik heb op school nooit iemand
gepest, en als kinderen gepest werden, dan heb ik er in elk geval niets van
gemerkt.
Buiten de school, in onze
wijk werd er wél gepest. De wijk was erg jong, en alle gezinnen hadden kinderen
van ongeveer mijn leeftijd. Of iets ouder, of iets jonger. Ik herinner me dat
ik ooit eens mee gedaan heb toen één van die jongens, een bijzonder schuchter
en teruggetrokken kind, ferm gepest werd door een stel oudere jongens. Ik moet
een jaar of tien geweest zijn, en op een dag werd die jongen, die twee of drie
jaar ouder was dan ik, “belaagd” door
een stel andere jongens. Allemaal dertien of veertien jaar, vermoed ik. De
jongen heette “Jean-Marie”, en op één
of andere manier was één van de kwelduivels op het idee gekomen om hem “Marie-Jeanne” te noemen en hem ermee te
pesten dat hij een meisjesnaam had. En ik, klein manneke, deed flink mee met
het gejoel van de groep. Die oudere jongens waren trouwens niet bepaald een “voorbeeld” voor ons, kleine mannekes.
Daar zaten enkele gasten tussen die toen al op het verkeerde pad dreigden te
raken. Er hoorden uiteraard ook sigaretten bij, want dat stond “stoer”. En wij, kleine ventjes, lieten
ons uitdagen of we dat ook zouden durven. Zodat mijn oudste broer en ik op ons
elf of twaalf jaar al sigaretten zaten te roken als “een echte”. Gelukkig hebben we al gauw ingezien dat die kerels géén
goed gezelschap voor ons waren. Nee, dat ik toen, die ene keer, mee heb gedaan
met “het gepeupel”, daar ben ik niet
trots op.
Maar de moderne jongeren
hebben het “pesten” wel naar een veel
hoger niveau getild. Niet alleen houdt het pesten nu soms dag en nacht aan:
door het “cyber-pesten” via de
sociale media wordt het slachtoffer zelfs thuis verder “aangevallen”. Het pesten lijkt ook veel agressiever en
gewelddadiger te worden. Denken we maar terug aan dat incident, kortgeleden,
waarbij een groep pesters een jongen uit de trein geduwd hebben, waardoor die
zware hoofdletsels heeft opgelopen. Of aan dat incident waarbij een vader van
een moe getergde jongen aan de schoolpoort verhaal kwam halen bij de pesters
(want de school zélf deed er niets aan, ondanks de hoogdravende retoriek), en
zelf door een bende jongeren zwaar aangepakt werd.
Dan zijn acties om het probleem
onder de aandacht te brengen, zoals “STIP
IT” wel bijzonder waardevol. En het is erg lovenswaardig om jongeren er
bewust van te maken dat pesten “niet okee”
is. Maar de vraag is of dat veel zoden aan de dijk zal zetten.
De scholen hebben hierbij
een grote verantwoordelijkheid, want het is meestal op school dat het pesten
begint. Ik heb daar helaas grote bedenkingen bij. De meeste, zo niet alle,
scholen beweren wel dat ze een “nul
tolerantie beleid” voeren tegenover pesten, en dat ze het probleem ernstig
aanpakken. Maar de werkelijkheid is eerder dat dit vooral “mooie woorden” zijn en dat er in de praktijk weinig of niet tegen
pesters opgetreden wordt. Het probleem wordt genegeerd en geminimaliseerd, of
men blijft er blind voor. Zoals trouwens ook blijkt uit getuigenissen als deze:
“Er was wel een leerlingenbegeleider die
er zich had moeten mee bezighouden, maar het is niet echt gelopen zoals het
moest. Er volgde ook een groepsgesprek. Daaruit kwam dan dat het mijn eigen
fout was dat ik gepest werd. En er werd uiteindelijk niets aan gedaan.” Dat
zegt genoeg, zeker?
Het probleem is dat men
altijd zweert bij de “zachte aanpak”:
praten met de pesters, uitzoeken waarom ze pesten (waarbij die pesters eerder
als “slachtoffer” dan als “dader” beschouwd worden), en uitleggen
dat pesten “écht niet okee” is. Bij
de hardleerse en agressieve pesters werkt die aanpak niet. Die moeten hard
aangepakt worden. Zij moeten leren dat hun daden pijnlijke consequenties hebben,
ook voor henzelf. Dat vereist natuurlijk wel dat de ouders hierin ook hun rol
spelen, en daar loopt het meestal fout: pesters weten heel goed dat ze thuis
toch overal mee weg komen.
Tot het pesten verder
escaleert in regelrechte agressie die fatale gevolgen kan hebben.
Reacties
Een reactie posten