Het Monster van de Schelderodeput
Grappig, eigenlijk: wij wonen al 38 jaar in Merelbeke, en ik had tot voor kort nog nooit over “het monster van de Schelderodeput” gehoord. Ik vermoed trouwens dat ik niet de enige inwoner van Merelbeke was die die “sage” niet kent. Ik zou er ook vandaag nog altijd niets over weten, ware het niet… dat ik “het monster” zélf gezien heb.
De “Schelderodeput” is eigenlijk een geamputeerde “meander”, een bocht van de Schelde, die van de rivier werd afgescheiden toen die min of meer recht getrokken werd: “Tijdens de 18de eeuw, en later in de 2de helft van de 19de eeuw werden delen van de Schelde recht getrokken waarbij ‘oude enden’ ontstonden. Zo ontstond ook de Schelderodeput.” Dat was nog vóór men tot het inzicht gekomen was dat het beter is als een rivier “meandert”, omdat de natuurlijke loop gemakkelijker een toevloed aan water kan slikken, zodat het risico op overstromingen kleiner wordt: “Doordat het water sneller wegstroomt, verdroogt het land. Als het hard regent, stroomt het water snel weg. Dit zorgt stroomafwaarts voor meer wateroverlast. Rechte rivieren zijn slecht voor de natuur.” Maar ja: we spreken over de tijd dat alles sneller moest gaan, en dus werden rivieren en stromen recht getrokken. Waar er een bocht was, werd die van de rest afgesneden en ontstond een vijver. Zo ook dus in Schelderode, langs de “Langeweide”.
Op één van mijn grotere wandelingen tijdens de lange hete juli-zomer, ben ik de “Langeweide” een stukje in gewandeld. Vanaf de Gaversesteenweg tot aan de Schelderodeput, waar een paadje is dat de wandelaar of fietser terugvoert naar de “Trekweg” langs de Schelde-oever. Langs de Schelde voerde mijn wandeltocht mij terug richting Merelbeke. Aan de “Sint-Elooisput” ben ik dan weer van de Schelde weg gegaan, richting de “Oude Pontweg”. Ik zou iedereen trouwens aanraden om vanuit de Oude Pontweg een beetje verder door te wandelen tot in de Kerkhoekwegel, en zo terug naar de Pontweg. Want dan kom je voorbij één van de merkwaardigste “monumenten” van Merelbeke: de locatie van de oude, allereerste, parochiekerk uit de tiende of elfde eeuw.
Het viel mij trouwens op dat het water in de Schelderodeput nog altijd redelijk hoog stond, ondanks de wekenlange droogte. De beken langs de Langeweide, en ook langs de Trekweg en langs de Oude Pontweg, die stonden helemaal droog, maar het water in de vijver leek nog altijd hetzelfde peil te hebben als enkele weken eerder. Het viel mij ook op dat het water in de Schelderodeput erg helder is: je kan zo tot op de modderige bodem kijken. Terwijl het water in de Sint-Elooisput helemaal groen kleurde: volledig overdekt met algen. Dat was min of meer te verwachten: algen doen het nu eenmaal bijzonder goed in stilstaand water bij lange droge en warme periodes. Wat mij eigenlijk een beetje doet vermoeden dat de Schelderodeput geen vijver met stilstaand water is, maar op één of andere manier nog altijd met de Schelde in verbinding staat, zodat het water regelmatig ververst en aangevuld wordt.
Maar goed. Ik kwam dus voorbij de Schelderodeput toen ik opeens een plonzend geluid hoorde. Ik keek in de richting waar het geluid vandaan kwam: de vijver. En zag in een flits een reusachtig beest in het water terugvallen. Het ging allemaal zo snel, het monster was weer onder water verdwenen eer ik het goed en wel beseft had. Maar toen ik daarna op het info-plakkaat op de hoek met het paadje naar de Schelde het stukje las over de “sage” van “het monster van de Schelderodeput” wist ik het: ik had zowaar zélf het monster gezien. Het leek me niet helemaal zo groot als een varken, eerder een biggetje. Maar het was wél een flink beest. Misschien wel een jonge versie, een verre nakomeling van het monster?
Al zou het ook wel gewoon een karper kunnen geweest zijn…
Reacties
Een reactie posten