Personeelstekort
Ik vermoed dat u even geschokt was als ik bij het bericht dat het UZ-Brussel nieuwe kankerpatiëntjes, kinderen met ernstige kanker, “moet weigeren”. Wegens personeelstekort. Dat is een bericht dat ik zou verwachten uit een ontwikkelingsland, of een land dat in complete anarchie verkeert, of een land in oorlog. Maar in een modern, beschaafd land? Een land met een gezondheidszorg die tot de beste van de wereld behoort? Hoe kan dat? Wat is er fout gelopen?
In dat specifieke geval van kleine kankerpatiëntjes die bij het UZ-Brussel geen behandeling meer kunnen krijgen, zou het probleem liggen bij een tekort aan kinderartsen. Dat er overal in België te weinig kinderartsen zijn, zou twee redenen hebben.
Het personeelstekort laat zich trouwens niet alleen bij de kinderartsen voelen. Zowat in alle sektoren lijkt men te worstelen met vacatures die niet ingevuld raken. In de kinderdagverblijven, bijvoorbeeld, waar er niet genoeg kinderverzorgsters zijn om alle kindjes met de nodige aandacht en de goede zorgen te omringen die ze verdienen. Of in de ziekenhuizen en in de thuiszorg, waar er niet genoeg verpleegsters/verplegers zijn om de patiënten méér dan alleen routine-zorg te geven. Maar ook in luchtvaartsector (en niet alleen in België), zodat er op veel Europese luchthavens totale chaos verwacht wordt bij de drukte van vakantiegangers. Maar evengoed ook bij de spoorwegen, en zélfs bij het Belgisch leger, of in de evenementensector of in de horeca, of in het onderwijs. Overal smeekt men om mensen om het vele werk gedaan te krijgen. Maar die mensen zijn er niet, of in elk geval: men vindt ze niet.
Een “te hoge werkdruk”. Het is zo’n beetje dé klacht van de moderne werkende mens. Toen wij nog jong waren, bestond dat begrip zelfs niet: “een te hoge werkdruk”. Als er erg veel werk was, dan werkten we gewoon een beetje harder en een beetje langer. Nu is het een klacht die je overal en altijd hoort. Te pas en, misschien soms wel, te onpas. Wat vermoedelijk meteen verklaart waarom er zo veel openstaande vacatures zijn. Terwijl er toch nog altijd meer dan 180.000 werklozen zijn in Vlaanderen alleen al. Ik ben misschien té streng, maar soms vraag ik me toch af of die werklozen niet gewoon liever werkloos blijven, eerder dan een job aan te nemen waarbij ze een “te hoge werkdruk” vrezen.
Het is vreemd, eigenlijk. Er is nog nooit eerder zó veel aandacht geweest voor “me time” voor de werkende mens, en tóch zijn er nooit zó veel werkenden geweest die met een burn-out kampen, die bezweken zijn onder de “te hoge werkdruk”: “Van de werkende bevolking in Vlaanderen heeft ruim 7 procent burn-outklachten; nog eens 9 procent zit in de gevarenzone. In totaal zijn dat 460.000 werknemers.”
Ik heb zo het vermoeden dat het échte probleem niet zozeer de “te hoge werkdruk” in de job is, maar vooral de “hoge werkdruk” in het privéleven. De moderne mens moet altijd “presteren” en uitblinken. Of althans: dat is wat we onszelf wijsmaken…
Reacties
Een reactie posten