Eentonig

Indertijd kregen wij op school een lijst met boeken van bekende schrijvers waaruit we er een aantal moesten kiezen voor een boekbespreking. Eén van die verplichte boeken was “Max Havelaar”, van de Nederlandse auteur Multatuli.

Het klinkt verkeerd als ik zeg “verplicht”, want ik heb het boek héél graag gelezen. Het is een striemende aanklacht tegen de Nederlandse koloniale bezetting van Indonesië (of “Nederlands Indië” zoals het toen genoemd werd). Het bloed-ernstige thema werd echter verpakt in een bijtend sarcastische roman, en ik was/ben dol op dat soort humor. Multatuli, of Eduard Douwes Dekker, was toen als ambtenaar voor de Nederlandse kolonisator in Indonesië werkzaam, en hij was dan ook een bevoorrechte getuige van de wantoestanden waar het Nederlands koloniaal bewind verantwoordelijk voor was. Het is een beetje analoog aan de omstandigheden waarin Jef Geeraerts zijn fameuze roman “Gangreen 1: Black Venus” heeft geschreven. Ook dat boek is geïnspireerd door zijn eigen belevenissen: als “assistent-gewestbeheerder” in Congo, toendertijd nog een Belgische kolonie. Het verschil tussen de beide heren is wel dat Geeraerts zich ongegeneerd als een brute kolonisator gedroeg, terwijl Multatuli daartegen in opstand kwam. Het verschil tussen de beide boeken is dat “Max Havelaar” aangenaam en vlot leest, en een boodschap brengt, terwijl “Black Venus” voor een groot deel pure pornografie is en nauwelijks leesbaar tenzij je houdt van bladzijden-lange volzinnen zonder enig leesteken.

Eén van de hoofdstukken van “Max Havelaar” is eigenlijk een verhaal op zich: “Het Verhaal van Saïdjah en Adinda”, hoofdstuk 17 van het boek. Dat was veruit mijn meest favoriete deel. Het is verpakt als een romantisch-dramatisch verhaaltje, maar het is een vlijmscherpe en bittere aanklacht. Kort samengevat: “Saïdjah is de zoon van een boer in Nederlands-Indië. Hij helpt zijn vader met het bewerken van het land door te ploegen met de buffel. Hij wordt, zoals gewoonlijk gebeurde, uitgehuwelijkt aan Adinda, maar sterft een tragische dood voor zij echt bij elkaar kunnen zijn.

Mijn favoriete zin in dat verhaal is: “Ik heb u gezegd, lezer, dat mijn verhaal eentonig is!” Een zin die de schrijver tot drie keer toe herhaalt, en waarmee hij vooral bewijst hoe zeer hij zichzelf kan relativeren.

(Wie wil weten waarom het verhaal “eentonig” is, moet het zelf maar eens lezen: https://cf.hum.uva.nl/dsp/ljc/multatuli/havelaar/mh17.html )

Eentonig”, dat is het woord dat bij mij op kwam toen ik op 19 juli alweer het volgende zag verschijnen op VRT-NWS: “Vechtpartij met Brusselse jongeren op de Gentse Blaarmeersen”. Hoe is dat in godsnaam mogelijk? Dat is nu al meer dan drie jaar elk zomer diezelfde miserie. Waarom doet niemand daar iets aan? Waarom kan of wil niemand daar een eind aan maken? De Gentse Blaarmeersen worden veelvuldig bezocht door (Gentse) gezinnen met kinderen, en keer op keer wordt hun rust en hun plezier vergald door een bende amokmakers uit het Brusselse. Niet alleen op de Gentse Blaarmeersen, trouwens: er is geen enkel recreatiedomein in Vlaanderen dat niet door Brusselse jongeren onveilig gemaakt wordt.

Ik weet het wel: ook de Brusselse jongeren hebben recht op een beetje ontspanning, een beetje vertier in een groene omgeving. Maar waarom moeten ze daar altijd voor naar Vlaanderen komen afzakken? Is er dan in het Brusselse zélf geen gelegenheid? Wordt het dan niet stilaan hoog tijd om daar iets aan te doen? Om ervoor te zorgen dat de jongeren uit Brussel in hun directe omgeving iets kunnen vinden om aan de betonnen muren te ontsnappen? Wat doen de Brusselse politici eigenlijk met al dat belastinggeld? Behalve dan in eigen zak steken?
En trouwens: op zich zijn die Brusselse jongeren ook in onze recreatiedomeinen welkom… zolang ze zich gedragen. Maar waarom moeten zij altijd boel zoeken, amok maken, de rust verstoren? Vanwaar die agressie? Waarom moeten zij andere bezoekers lastig vallen, aan het vechten slaan met elkaar of met de medewerkers die hen tot bedaren willen brengen? Dat begrijp ik dus niet. Ze zouden blij moeten zijn met de kans om van de natuur en het groen en het open landschap te genieten, maar ze verpesten het zelf allemaal door hun agressie. En dan zijn ze verwonderd dat ze niet welkom meer zijn? Dan zijn ze verwonderd dat mensen racistische opmerkingen gaan maken? Dan zijn ze verwonderd als ze extra streng gecontroleerd worden en “gestigmatiseerd” worden? Het is trouwens een vicieuze cirkel die ze zélf gaan moeten doorbreken. Want nét door hun gedrag worden ze veelvuldig gecontroleerd en soms zelfs geweerd, en nét door die veelvuldige controle en afwijzing voelen ze zich gefrustreerd en aangevallen. En daardoor worden ze nog agressiever: “Brusselse jongeren zijn het beu om elke zomer gestigmatiseerd te worden als ze, bij gebrek aan fijne plekken om te zwemmen in Brussel zelf, verkoeling zoeken aan zee of elders in Vlaanderen. Wie drie keer in de trein naar Gent gecontroleerd wordt, komt gefrustreerd aan in de Blaarmeersen.

Ik weet het wel, beste lezer, dat mijn verhaal eentonig wordt. Ik zou dolblij zijn als het verhaal voor de verandering eens positief zou kunnen klinken…

Reacties

Populaire posts van deze blog

Welcome Home

School

Diagnose