Leve de elektrische Auto
Het is eigenlijk best grappig hoe onze officiële media striemende kritiek uiten op de officiële media in dictaturen zoals Rusland of China of Noord-Korea. Daar schrijven en zeggen de media immers exact, en enkel, wat ze van de autoriteiten mogen en moeten zeggen. In Rusland bijvoorbeeld heeft Google een monsterboete gekregen omdat ze geweigerd hadden artikelen over “de oorlog in Oekraïne” te verwijderen. De kritiek van onze media is grappig omdat het bij ons al bij al niet zó anders is: ook bij ons fungeren de officiële media als de spreekbuis van de regering(en). Ook al wordt dat niet zo hardhandig opgelegd als in Rusland.
Het meest recente voorbeeld van die “slaafse” journalistiek, is de “hoera”-teneur over de verkoop van elektrische (of liever: “geëlektrificeerde”) auto’s. De kop van een nieuwsitem op VRT-NWS loog er niet om: “Bijna 1 op 3 nieuwe wagens in België is hybride of elektrisch!” Een enorm succes, dus, want in 2019 was dat nog amper 6 procent. Uiteraard doen de media daar euforisch over, want dat ligt geheel in lijn met de ambities van onze regering(en) en van Europa. Het is de taak van onze media om het grote publiek voor de goede zaak te winnen.
Dat was ook al zo’n fabeltje dat de overheid ons graag wou wijs maken en waarbij ze door de officiële media gretig geholpen werden: de mythe dat elektrische auto’s na verloop van tijd vanzelf goedkoper zouden worden en uiteindelijk niet méér zouden kosten dan een benzinewagen. In 2016 werd de volgende voorspelling op ons afgevuurd: “Tegen 2022 zal de ongesubsidieerde kostprijs van elektrische voertuigen dalen tot onder die van een verbrandingsmotor.”
Wie wél sterk profiteert van de “hype” van elektrische auto’s, dat zijn de autoconstructeurs. Bijna allemaal hebben ze in 2021 grote winsten geboekt, en dat terwijl het aantal verkochte auto’s gedaald is. Daar zit de hoge kostprijs van elektrische wagens voor een groot deel tussen. Maar er is méér aan de hand: de autoconstructeurs produceren hoe langer hoe minder kleine auto’s. Die zijn immers bijna even duur in productiekost, maar de verkoopprijs ligt een stuk lager dan voor een grotere auto. En dus zijn kleine auto’s nog nauwelijks te krijgen, zodat de consument noodgedwongen een grotere, en dus duurdere, auto moet kopen. En als die dan bovendien ook nog eens “elektrisch” moet zijn, dan moet de klant nóg dieper in zijn geldbuidel tasten.
De autoconstructeurs wrijven zich ondertussen in de handjes en danken de vooruitziende regeringsleiders. En de media die zo braaf de regeringspropaganda verspreiden.
Reacties
Een reactie posten