Leve de elektrische Auto

Het is eigenlijk best grappig hoe onze officiële media striemende kritiek uiten op de officiële media in dictaturen zoals Rusland of China of Noord-Korea. Daar schrijven en zeggen de media immers exact, en enkel, wat ze van de autoriteiten mogen en moeten zeggen. In Rusland bijvoorbeeld heeft Google een monsterboete gekregen omdat ze geweigerd hadden artikelen over “de oorlog in Oekraïne” te verwijderen. De kritiek van onze media is grappig omdat het bij ons al bij al niet zó anders is: ook bij ons fungeren de officiële media als de spreekbuis van de regering(en). Ook al wordt dat niet zo hardhandig opgelegd als in Rusland.

Het meest recente voorbeeld van die “slaafse” journalistiek, is de “hoera”-teneur over de verkoop van elektrische (of liever: “geëlektrificeerde”) auto’s. De kop van een nieuwsitem op VRT-NWS loog er niet om: “Bijna 1 op 3 nieuwe wagens in België is hybride of elektrisch!” Een enorm succes, dus, want in 2019 was dat nog amper 6 procent. Uiteraard doen de media daar euforisch over, want dat ligt geheel in lijn met de ambities van onze regering(en) en van Europa. Het is de taak van onze media om het grote publiek voor de goede zaak te winnen.

Alléén blijkt uit de inhoud van het artikel dat het allemaal toch nét iets genuanceerder ligt. Het “succes” van de “geëlektrificeerde” auto’s is bijna uitsluitend te danken aan de verkoop van bedrijfswagens. Bij de nieuwe bedrijfswagens ligt het aandeel “geëlektrificeerde” auto’s op 40%. Het succes van de “geëlektrificeerde” bedrijfswagens is overigens louter door financiële (fiscale) motieven ingegeven: voor nieuwe bedrijfswagens wordt het fiscaal voordeel enkel nog toegekend voor auto’s die “geen broeikasgassen uitstoten”. En trouwens, die “geëlektrificeerde” auto’s, dat zijn hoofdzakelijk “hybride” wagens: auto’s dus die voor het grootste deel van de tijd en van de kilometers gewoon op fossiele brandstof rijden, want de batterij van zo’n hybride auto is hooguit goed voor 100 kilometer. “Fake” elektrische auto’s, eigenlijk. Het aandeel “echt elektrische” auto’s ligt, voor de bedrijfsvoertuigen, niet hoger dan 8,8%.
Als we kijken naar de markt voor de particulieren, dan zien we dat het aandeel “geëlektrificeerde” wagens daar maar 18% bedraagt, waarvan amper 3% écht elektrisch. Niet bepaald het “grote succes” waar de overheid mee wil pronken en dat in de kop van het artikel gesuggereerd wordt. De reden voor het beperkte succes van de elektrische auto is niet ver te zoeken: die is en blijft véél te duur voor de gewone mens.

Dat was ook al zo’n fabeltje dat de overheid ons graag wou wijs maken en waarbij ze door de officiële media gretig geholpen werden: de mythe dat elektrische auto’s na verloop van tijd vanzelf goedkoper zouden worden en uiteindelijk niet méér zouden kosten dan een benzinewagen. In 2016 werd de volgende voorspelling op ons afgevuurd: “Tegen 2022 zal de ongesubsidieerde kostprijs van elektrische voertuigen dalen tot onder die van een verbrandingsmotor.”

Helaas blijkt die voorspelling niet uitgekomen te zijn. Wel integendeel. Bij ons in Europa kost een elektrische auto nu zowat 28% méér dan 10 jaar geleden. In België is het vermoedelijk zelfs nog erger, omdat de gemiddelde prijs van Europese auto’s naar beneden getrokken wordt door de financiële stimulansen die in veel Europese landen toegekend worden. In Amerika is de situatie overigens niet rooskleuriger voor de consument: daar kostte een elektrische auto in 2021 zelfs 38% méér dan in 2011.

Wie wél sterk profiteert van de “hype” van elektrische auto’s, dat zijn de autoconstructeurs. Bijna allemaal hebben ze in 2021 grote winsten geboekt, en dat terwijl het aantal verkochte auto’s gedaald is. Daar zit de hoge kostprijs van elektrische wagens voor een groot deel tussen. Maar er is méér aan de hand: de autoconstructeurs produceren hoe langer hoe minder kleine auto’s. Die zijn immers bijna even duur in productiekost, maar de verkoopprijs ligt een stuk lager dan voor een grotere auto. En dus zijn kleine auto’s nog nauwelijks te krijgen, zodat de consument noodgedwongen een grotere, en dus duurdere, auto moet kopen. En als die dan bovendien ook nog eens “elektrisch” moet zijn, dan moet de klant nóg dieper in zijn geldbuidel tasten.

Zodat ook de aankoop van een nieuwe wagen binnenkort een luxe wordt die alléén welgestelde tweeverdieners zich nog kunnen permitteren. Wie minder gefortuneerd is, heeft (alweer) dikke pech en moet het met een tweedehandsautootje stellen. En hij/zij zal er binnenkort bovendien ook nog eens fiscaal voor gestraft worden.

De autoconstructeurs wrijven zich ondertussen in de handjes en danken de vooruitziende regeringsleiders. En de media die zo braaf de regeringspropaganda verspreiden.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Welcome Home

School

Diagnose