Dat ik een hopeloze
piekeraar ben, dat is ondertussen genoegzaam bekend. Als er een wereldrecord “piekeren” had bestaan, dan stond dat
heel zeker op mijn naam. Het ergste is dat ik zelf heel goed weet dat al dat
gepieker nergens goed voor is. Het helpt niemand vooruit. Het is compleet
zinloos. Zelfs als de problemen waar ik over pieker, écht zouden zijn, dan zal
mijn gepieker die toch niet oplossen.
Maar de wetenschap en het
besef dat mijn gepieker nutteloos is, heeft mij er niet toe gebracht minder te
gaan piekeren. Integendeel, eigenlijk: het lijkt alleen maar erger te worden.
Voor een deel ligt dat ook wel aan mijn toegenomen evenwichtsproblemen.
Daardoor blijf ik veel meer weg van mijn computer, en ook het lezen heb ik
beperkt, zodat ik veel meer tijd en ruimte heb om te piekeren. En omdat ik door
die problemen veel minder aan mijn blog werk, heb ik ook niet meer die “uitlaatklep” om de duizend en één
malende gedachten in mijn hoofd van mij af te schrijven. En dus blijven ze “malen”. Dag en nacht. Meer en meer ook
’s nachts, zelfs.
Piekeren doe ik vooral
over de kinderen. Dat was eigenlijk al zo toen ze nog klein waren, en het is
niet gestopt toen ze volwassen geworden zijn en op eigen benen zijn gaan staan.
En dan vraag ik me af: “Ben ik dan de
enige piekerende ouder? Of hebben andere ouders ook dat probleem?”
Als ze kind zijn, pieker
je over “kleine” problemen, en
naarmate ze ouder worden, worden de mogelijke problemen om over te piekeren
alleen maar erger.
Moeten
we niet naar de dokter als ze koorts hebben? Zal het wel lukken op school?
Zullen ze later hun draai vinden? Zullen ze niet bij verkeerde vrienden terecht
komen? Zullen ze uit de problemen blijven? Zullen ze hun diploma halen? Zullen
ze gelukkig opgroeien? Zullen ze gezond opgroeien? Zullen ze eerlijke en
zorgzame mensen worden? Zullen ze werk vinden? Zullen ze een job vinden die
genoeg verdient om rond te komen en een beetje te sparen? Zullen ze een lief
vinden? Zullen ze een relatie aangaan die stand kan houden? Zullen ze een
stabiel en gelukkig gezin kunnen stichten? Zullen ze kinderen krijgen? Zullen
die kinderen in een liefdevol gezin kunnen opgroeien? Zullen hun kinderen
gelukkige en goede mensen worden?
Al dat gepieker verandert
daar uiteraard geen ene moer aan. Ze moeten en zullen het zelf waarmaken. Of
niet. Dat ligt geheel en al aan hen zelf. Wij, als ouders, kunnen alleen maar
ons best doen om hen een goede basis mee te geven om hun eigen leven op een
stevig fundament te starten.
Zouden andere ouders ook
zo veel piekeren? Zouden onze ouders veel gepiekerd hebben over ons? Wij waren
met zes kinderen thuis. Betekende dat dan ook zes keer piekeren? En omdat er
een groot leeftijdsverschil was tussen de oudste en de jongste, bleef dat
gepieker dan ook die hele lange tijd duren?
Of zouden onze ouders op
een bepaald moment toch gedacht hebben: “Nu
is het aan jullie. Vanaf nu moet je het zelf doen. Wij hebben ons deel gedaan
en vanaf nu zijn jullie onze ‘zorg’ niet meer.” Ik weet het niet. Ik hoop
dat het bij hen zo gegaan is. Ook al is de levensloop van hun zes kinderen niet
altijd even vlekkeloos en rimpelloos verlopen, en zullen onze ouders zich bij
momenten misschien toch grote zorgen gemaakt hebben om de ene of de andere.
Maar al bij al hebben ze
ons wel “helemaal los gelaten” eens
we het huis uit waren, denk ik. En ik zou dat ook moeten leren.
Reacties
Een reactie posten