Regering voor de werkende Mens
Onze huidige Vivaldi-regering is een regering “voor de werkende mens”. Daar kan geen enkele twijfel over bestaan. Het is in elk geval wat ze zélf beweren.
Het is alvast niet een regering “voor de niet-werkende mens”, want wie het met één of andere uitkering moet stellen, slaagt er zelden nog in om rond te komen. De toevloed aan gezinnen die bij de Voedselbanken moeten gaan aankloppen voor hun dagelijks brood, is ongezien; de Voedselbanken kunnen zelfs alsmaar moeilijker aan de vraag voldoen. En blijkbaar draaien de incassobureaus dezer dagen op volle toeren omdat steeds meer mensen hun rekeningen, vooral van energie maar ook andere, niet meer betaald krijgen. Het is trouwens wraakroepend dat de schuldeisers aan de uitstaande schulden dikwijls een boete of “nalatigheidsintrest” toevoegen die een veelvoud is van de werkelijke onbetaalde rekening, waardoor zelfs een kleine wanbetaling binnen de kortste keren kan uitgroeien tot een financiële put.
Maar of dit nu werkelijk “de regering voor de werkende mens” is, daar ben ik ook niet zo zeker van. Laat ons eerder zeggen dat dit “de regering van de welgestelde mens” is, van mensen met een zeker vermogen en/of met een méér-dan-gemiddeld inkomen. Want met één enkele wedde red je het in de huidige omstandigheden ook niet meer, ook al bedraagt het “gemiddeld” nettoloon van een loontrekkende in Vlaanderen om en bij 1.930 euro. Zelfs dát volstaat bijvoorbeeld niet meer om een eigen woning te kunnen kopen, en soms zelfs niet eens voor een nieuwe auto (en al helemaal niet als die elektrisch moet zijn).
De vraag die ik heb, is dus deze: “Waarom grijpt de regering, voor de werkende én voor de niet-werkende mens, niet in om die buitensporige brandstof- en energieprijzen omlaag te halen?” U zal zeggen dat de regering daar weinig aan kan doen, aangezien de kostprijs van grondstoffen nu eenmaal bepaald wordt door de internationale markten. Maar dan zal ik u zeggen: als de olie- en energieproducenten dezer dagen ongeziene woekerwinsten boeken, dan moet het mogelijk zijn om daartegen in te gaan. Een doortastende regering kan maximumprijzen opleggen aan die profiteurs, of anders de superwinsten extra belasten om ervoor te zorgen dat onze brandstof- en energiekost naar beneden gaat. Zodat “de werkende mens” niet langer een kwart van zijn loon in rook ziet op gaan om op het werk te raken.
Het probleem is, helaas, dat onze regeringen zélf heel veel baat hebben bij die torenhoge brandstof- en energieprijzen, want die spijzen de staatskas. Ik heb zo het vermoeden dat deze regering er dus niet is “voor de werkende mens”, maar eerder voor zichzelf…
Reacties
Een reactie posten