In landen waar corruptie
heerst en de mensen in diepe armoede en miserie leven, duurt het dikwijls niet
erg lang eer de bevolking in opstand komt. Of toch een deel van hen. De meest
fanatieken, de strijdlustigen.
Dat is ook zo geweest in
Afghanistan. De regering die de Amerikanen er hadden geïnstalleerd, bleek zo
corrupt te zijn als maar kan, en er was eigenlijk niets dat deftig
functioneerde. De armoede in het land was schrijnend en alarmerend, de honger
was groot, de werkloosheid torenhoog. De ideale voedingsbodem voor een
extremistische groepering als de Taliban.
Die niet lang geaarzeld hebben om de macht over te nemen zodra de Amerikanen
hen vrij baan gelaten hebben.
Ze hadden eerder al eens
over het doodarme land geregeerd, de Taliban,
en iedereen had daar heel slechte herinneringen aan. De onverbiddelijke “sharia”, de onderdrukking van de vrouw,
de georganiseerde terreur. Maar deze keer zou het anders zijn. De vrouwen in
Afghanistan hadden tijdens de Amerikaanse bezetting van hun vrijheid geproefd,
en ze zouden de vooruitgang niet laten terugdraaien. De Taliban zelf spraken
ook hoopgevende woorden: over het belang van de vrouw in de maatschappij, over
de rol die ook vrouwen zouden moeten en mogen spelen. De waarheid bleek na één
jaar Taliban-bewind totaal anders te zijn. De vrouwen worden toch weer
verdreven uit de overheidsinstellingen en van het tv-scherm, het onderwijs voor
meisjes wordt toch weer afgeschaft, volwassen vrouwen mogen nog amper alleen op
straat komen en dan nog enkel weggestopt achter een boerka. En ook de verhoopte
heropbouw van het land en de samenleving blijkt een fiasco te zijn: de
werkloosheid is alleen maar nóg erger geworden, de armoede nóg schrijnender, de
honger en ellende nóg onrustwekkender. Al mogen we hier de schuld niet bij de Taliban leggen, want zij hebben zelf
niet de middelen om daar iets aan te doen: het land is bankroet. Hun eigen
financiële tegoeden zijn door de Amerikanen bevroren, en wat er in de staatskas
over was heeft de vorige president bij zijn vlucht naar het buitenland mee
geroofd.
Hoe erg de situatie in
Afghanistan wel is, konden we vanop de eerste rij mee beleven dankzij de
reportages van Rudi Vranckx. Ouders
die hun kinderen moeten verkopen om de rest van het gezin te kunnen voeden,
jonge vrouwen die clandestien onderwijs proberen te verstrekken aan de meisjes,
vrouwen en kinderen die om een brood bedelen op straat, mannen die een nier
moeten verkopen om aan een beetje geld te geraken. Iedereen die de beelden
gezien heeft, was ontzet en geschokt en verontwaardigd.
Maar ik heb toch een paar
bedenkingen.
Wat was eigenlijk de
bedoeling van die hartverscheurende reportages? Heeft iemand daar iets aan
gehad? Zal er na en door die reportages ook maar iets veranderen voor de
geteisterde bevolking? Zullen onze politieke leiders in actie schieten? Het
antwoord kent u even goed als ik: niet, dus. Er zal niets veranderen. Die
reportages hebben ons ontroerd en hebben de kijkcijfers opgekrikt, en dat was
het. Het draait immers altijd om hetzelfde: zo veel mogelijk kijkers lokken
door sensatie te brengen.
En bovendien: hoe erg de
situatie in Afghanistan ook is, ze is er niet erger dan in vele andere landen.
Met de rechten van de vrouw is het in Saudi-Arabië
erger gesteld dan in Afghanistan, met de leefomstandigheden van de bevolking is
het in Jemen of Eritrea véél erger gesteld dan in Afghanistan, met de mensenrechten
is het in Rwanda slechter gesteld dan
in Afghanistan. Om maar enkele voorbeelden te noemen. Maar de reeks aangrijpende
reportages om dat alles aan te klagen, ging alléén over Afghanistan. Waarom?
Zal ik eens een antwoord suggereren? Landen als Afghanistan, of China,
zijn onze “vijanden”, of toch in elk
geval de vijanden van onze Westerse regeringen. Terwijl Saudi-Arabië of Qatar of Rwanda “bondgenoten” zijn. En dus zijn alle middelen goed om die “foute” landen in een slecht daglicht te
stellen. Ook de reportages van Rudi
Vranckx. Over de "bevriende" landen wordt gezwegen. Want dat is de taak van onze media: propaganda voeren voor de
standpunten van onze regeringen.
Het onderwerp was
trouwens na een week alweer uit het journaal verdwenen. Niet omdat de situatie
in Afghanistan opeens niet meer zo schrijnend was. Maar wel omdat het item “uitgemolken” was en er iets anders moest
gevonden worden om de kijkers te boeien.
Reacties
Een reactie posten