Rijk, rijker, rijkst
België is een “parlementaire democratie”. Een parlementaire democratie is “een representatieve democratie waarbij de burgers via gekozen vertegenwoordigers in het parlement, de wetgevende macht, invloed hebben op het beleid. In het parlementair systeem ontleent de uitvoerende macht, de regering, haar mandaat aan het vertrouwen van het parlement. In sommige landen, waaronder België, wordt dit vertrouwen expliciet gevraagd aan het begin van een regeringstermijn en bij grote politieke spanningen.”
Dat is de theorie. In de praktijk is België eerder een “particratie”. Een particratie is (volgens Wikipedia) “een regeringsvorm waarin de politieke partijen de primaire basis van de macht vormen. De term is vaak denigrerend bedoeld, wat impliceert dat partijen te veel macht hebben. Deze (aanvankelijk) polemische benaming kwam in België op vanaf 1960, toen politieke partijen een steeds grotere invloed kregen, niet alleen op de politieke besluitvorming maar ook in de samenleving en haar instituties als geheel. De meeste democratische landen zijn representatieve democratieën: in tegenstelling tot een directe democratie zijn het niet de burgers zelf die politieke besluiten nemen, maar door de bevolking gekozen vertegenwoordigers. Wanneer de macht van de verschillende partijen waartoe die vertegenwoordigers behoren sterk toeneemt, spreekt men van een particratie. De invloed van de partijvoorzitter en het partijbureau wegen dan zwaarder door dan die van de verkozenen onderling. Dit kan tot uiting komen in de fractiediscipline, waarbij in de praktijk alle verkozenen die behoren tot eenzelfde partij in het parlement over alle onderwerpen unaniem stemmen.”
Wat dit precies betekent, heeft nog niet zo lang geleden ook N-VA politica Valerie Van Peel ondervonden. Zij had een wetsvoorstel ingediend om slachtoffers van asbestvergiftiging meer rechten te geven. Een nobel voorstel, waar niemand tegen kan zijn. En effectief: in het federale parlement was ook niemand tegen, iedereen stond helemaal achter dat voorstel. Alleen… Valerie Van Peel behoort tot een partij die federaal in de oppositie zit, en de voorzitters van de politieke partijen in de federale regering hebben beslist dat een wetsvoorstel vanuit de oppositie moest verworpen worden. Wat inderdaad gebeurd is: de parlementsleden van de meerderheid hebben, tegen hun eigen overtuiging maar omwille van de “partijdiscipline”, het voorstel weggestemd. Waarmee ze heel overtuigend aangetoond hebben dat de wil van de voorzitters van de politieke partijen belangrijker is dan hun eigen mening. Of met andere woorden: het zijn niet de verkozen vertegenwoordigers van de bevolking die de wetten stemmen (of verwerpen), maar wel de partijvoorzitters. De politieke macht ligt bij ons in België geheel en al bij de politieke partijen. Of zoals het een paar jaar geleden in een opiniestuk op VRT-NWS verwoord werd: “De particratie heeft onze democratie vermoord.”
Het is een beetje zoals met de vakbonden: de politieke partijen zijn er niet meer voor de mensen, ze zijn er enkel nog voor zichzelf. En daar zijn ze bijzonder goed in. Dat valt niet te ontkennen. Want ze zorgen er vooral voor dat de partijkassen goed gespijsd worden. Met belastinggeld, of wat had u gedacht? Dat ze heel goed voor zichzelf zorgen, blijkt uit de pijnlijke vaststelling dat de Belgische politieke partijen schandalig rijk zijn, en alsmaar rijker worden: nooit eerder hadden ze zo veel geld als vandaag. De N-VA heeft een fortuin van bijna 35 miljoen euro, de PS zowat 16,5 miljoen, het Vlaams Belang ongeveer 15,5 miljoen, de MR 13,5 miljoen, net als de cd&v. En een groot deel van dat geld komt van overheidsdotaties die zij zelf goedgekeurd hebben: in 2021 hebben wij met z’n allen meer dan 75 miljoen euro belastinggeld aan de politieke partijen geschonken, een bedrag dat jaar na jaar stijgt.
Kijk, ik wil er nog in komen dat politieke partijen enige vorm van financiering nodig hebben om hun werkingskosten te betalen: hun administratief personeel, hun researchers, enzovoort. Maar het fortuin dat ze verzamelen, loopt toch de spuigaten uit, en is op geen enkele manier te verantwoorden. En al helemaal niet als je bedenkt dat ze geen enkele positieve bijdrage leveren aan onze “democratie”. Wel integendeel: ze hebben onze democratie kapot gemaakt.
Reacties
Een reactie posten