Caroline

Ik ben nooit een festivalganger geweest. Rock Werchter of Pukkelpop en andere grootschalige festivals, daar ben ik altijd weggebleven. Net zoals ik me nooit tussen de zingende menigte gewaagd heb op Sint-Jacobs tijdens de Gentse feesten. Zelfs op het “brave”, gezinsvriendelijke, Dranouter ben ik nooit geweest. Vooral omdat ik een soort “fobie” heb voor grote massa’s. Ik gruw ervan als mensen in dichte drommen om mij heen duwen en wringen. Dat was iets minder erg toen ik nog jonger was. We zijn zelfs ooit eens, met vele tienduizenden anderen, gaan mee betogen tegen de voorgenomen plaatsing van kernwapens in ons land, lang geleden. Al heeft dat, zoals elke betoging, totaal niets uitgehaald. Maar nu zou dat niet meer lukken. Bijna “automatisch”, willoos, mee gestuwd worden door een uitgelaten massa, nee, dat zou ik niet meer kunnen verdragen.

Om eerlijk te zijn kijk ik eigenlijk eerder argwanend naar de beelden van die opgezweepte massa jongeren, en overjaarse hippies, op zo’n festivalterrein. En bijna vanzelf komt het sterke vermoeden bij mij op dat drugs en alcohol daar een grote rol bij spelen. Het lijkt mij vanzelfsprekend dat velen, zo niet de meesten, van die springende en joelende jongeren minstens lichtjes “onder invloed” zijn. De beelden van jonge gasten die bij het begin van het festival op het terrein arriveren met hun stapels bakken bier, bevestigen dat idee alleen maar. Nochtans beweren de organisatoren van die festivals bijna zonder uitzondering dat zij “een nultolerantie hanteren” voor drugs. Ik geloof hen wel. Maar hoe kan je vermijden dat sommigen, velen, van die tienduizenden hun portie drugs binnen smokkelen?

Maar misschien ben ik wel verkeerd. Misschien komt het niet door de drugs of de alcohol dat die massa zich zo intens laat opzwepen. Misschien komt het inderdaad gewoon door de muziek, en door de “groepsdynamiek”? Ik ben ooit eens één keer met enkele collega’s naar een optreden van Clouseau gaan kijken, in het Sportpaleis te Antwerpen, en ik kon daar met eigen ogen vaststellen dat zelfs de meest rustige en stille mensen zich helemaal lieten gaan en zich compleet in de enthousiaste sfeer lieten onderdompelen.

Eigenlijk ben ik pas onlangs tot de conclusie gekomen dat er wellicht helemaal geen drugs nodig zijn om een festivalweide compleet gek te krijgen. Dat was toen ik op YouTube een optreden bekeek van de hyperactieve rockband “Status Quo”. De groep bestaat nog altijd, vermoed ik. Al is van de oorspronkelijke bezetting alleen de frontman, Francis Rossi, er nog bij, en is die ondertussen ook al een krasse zeventiger geworden. Status Quo was immens populair in de jaren zeventig en ook nog in de jaren tachtig. Ik was vroeger absoluut geen fan, omdat ik de indruk had dat al hun songs op elkaar leken: als je de ene gehoord had, dan had je ze allemaal gehoord. Hun “sound” was inderdaad heel erg “karakteristiek”. Maar ik ben ze later toch gaan appreciëren omdat hun muziek bijzonder aanstekelijk en zelfs “vrolijk” klinkt.

Hoe “aanstekelijk” precies, moet u zelf maar eens ontdekken in deze opname van een optreden in 1984. De reacties van de massa jongeren, het gespring en gedans, het “headbangen”, het gejoel en geroep. Het is heerlijk om te zien, en bij momenten ook erg grappig. Er kunnen, en zullen wellicht ook, drugs gecirculeerd hebben, maar het lijkt mij vooral de hypnotische impact van de muziek die een golf van bijna “massahysterie” door het publiek kon jagen. Dat de kinderlijk-gekke groepsleden zich zelf ontzettend leken te amuseren op dat podium, zal ook wel bijgedragen hebben tot de uitgelaten sfeer.

Wie een hekel heeft aan dat soort “lawaai”, of wie hoog-gevoelig is en niet bestand tegen dat soort extreme prikkels, die zou de YouTube-link beter niet openen. Maar voor alle anderen zou ik zeggen: kijk, luister en geniet.

https://www.youtube.com/watch?v=idyWF9aFXNI

En aan alle vrouwen en meisjes die “Caroline” heten: het eerste nummer in dit optreden is speciaal voor jullie.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Welcome Home

School

Diagnose