Chronisch Slaaptekort

Ik heb het in mijn blog eerder al eens gehad over “hongerstakers”. Een hongerstaking is in mijn ogen een immoreel chantagemiddel. Ik kan wel begrijpen dat mensen soms zó wanhopig zijn dat ze geen andere uitweg zien dan in hongerstaking te gaan. Maar er zijn ook mensen die in diepe wanhoop zelfmoord plegen, en dat vinden we toch ook niet okee?

De eerste dagen valt het trouwens, naar het schijnt, best wel mee. Een mens kan behoorlijk lang zonder voedsel, zolang men maar blijft drinken. Die eerste week is er wel een schrijnend hongergevoel en de bijhorende maagkrampen, maar dat gaat over. Daarna begint de hongerstaker al gauw lichaamsgewicht te verliezen, omdat de opgeslagen vetreserves gebruikt worden om energie te produceren. Stilaan begint men heel erg moe te worden, zelfs praten wordt als een inspanning ervaren. De lichaamstemperatuur daalt, en de bloeddruk ook, waardoor de hongerstaker duizelig wordt. De hartslag vertraagt aanzienlijk, en het lichaam begint zelf te “rantsoeneren”: diverse interne organen krijgen niet meer voldoende energie. Na een maand is alle lichaamsvet opgebruikt, en begint het lichaam zelfs de interne organen te “consumeren”. Vanaf dan gaat de hongerstaker zich echt “ziek” voelen: hij is misselijk en moet braken, en er treden inwendige bloedingen op. Na 6 weken is de toestand van de hongerstaker in veel gevallen onomkeerbaar en zal hij/zij sterven.

Maar we spreken hier dus over mensen die vrijwillig, uit eigen keuze, honger lijden. Er zijn er helaas ook heel veel, kinderen vooral, die daar zélf helemaal niet voor kiezen. Kinderen die het slachtoffer zijn van chronisch voedseltekort in landen waar zowat permanent hongersnood heerst. De effecten van chronisch voedseltekort bij kinderen zijn al even dramatisch als de gevolgen van een langdurige hongerstaking. Veel van deze kinderen lopen hierdoor een achterstand op, in hun fysieke groei en mentale ontwikkeling, die onomkeerbaar is. Dit heeft een grote impact op hun gezondheid, schoolprestaties en toekomstperspectieven. Zo’n 45 miljoen kinderen, jonger dan vijf jaar, zijn acuut ondervoed. Deze kinderen krijgen veel te weinig (voedzaam) voedsel binnen en kampen daarnaast vaak met ziektes als diarree, waardoor ze geen voedingsstoffen vast kunnen houden. Zonder behandeling kan acute ondervoeding levensbedreigend worden. In tegenstelling tot de hongerstakers ondergaan die kinderen hun lot zonder er zélf iets aan te kunnen verhelpen. Zij zijn de hulpeloze slachtoffers van het grenzeloos egoïsme van de volwassenen.

De effecten van voedseltekort, al dan niet vrijwillig, zijn goed gekend en uitvoerig beschreven. Maar over “chronisch slaaptekort” is er veel minder literatuur te vinden. Op korte termijn zijn de gevolgen vooral aanslepende vermoeidheid, concentratiestoornissen, prikkelbaarheid, depressieve gevoelens. Op langere termijn kan een chronisch slaaptekort leiden tot hart- en vaatziekten, en zelfs diabetes.

Het is niet helemaal duidelijk vanaf wanneer er sprake is van “chronisch slaaptekort”. Maar ik vermoed dat een leven lang slecht en/of te weinig slapen echt wel “chronisch” kan genoemd worden. Wat bij mij dus het geval is.

Het is niet dat ik helemaal niet slaap. Misschien slaap ik zelfs wel meer dan ik zelf besef: als je lang en veel wakker ligt, dan lijkt het dikwijls (verkeerdelijk) alsof je de hele nacht niet geslapen hebt. (Al weet ik ondertussen door mijn Fitbit dat ik echt wel heel weinig slaap: gemiddeld zo’n 3u45’.) Jammer genoeg heb ik dan, als ik toch in slaap sukkel, erg veel last van nachtmerries. Vooral de laatste weken.

Ik herinner me daar ’s morgens zo goed als niets van, maar ik weet dat die nachtmerries soms héél heftig zijn. Zoals die ene keer dat ik in mijn nachtmerrie met de ene of andere pestende bullebak ben slaags geraakt en me zodanig hard aan het verweren was dat ik pardoes uit bed gevallen ben. Ik was meteen wakker. Met een bons en een uiterst pijnlijke en gezwollen knie.
Het is trouwens niet eens de enige keer dat ik uit bed gedonderd ben. (Vooraleer iedereen mij een hopeloze kluns gaat noemen: in ons bed liggen twee aparte éénpersoonslattenbodems, en daarop een tweepersoonsmatras, die daardoor in het midden hoger ligt dan aan de zijkanten. We slapen dus op een soort “hellend vlak”.) En ik voel me daar niet echt gerust bij. Want ons bed heeft een heel dikke matras en nog eens een topdekmatras erbovenop, wat betekent dat wij minstens 80 cm hoog liggen, en dat ik dus van 80 cm hoog op de grond val. Naast ons bed, vlak aan mijn hoofd, staat een nachtkastje van zo’n 55 cm hoog. De kans bestaat dus dat ik ooit eens uit mijn bed rol en met mijn hoofd op de hoek van dat nachtkastje terecht kom. Als dat ooit gebeurt, zal ik het wellicht niet meer kunnen verder vertellen.

Ik kan nu wel aannemen dat chronisch slaaptekort niet zo dodelijk is als chronisch voedseltekort, maar in een wilde nachtmerrie uit bed tuimelen kan wél erg dodelijk zijn! Misschien moet ik in het vervolg toch maar beter een helm dragen als ik ga slapen?

Reacties

Populaire posts van deze blog

Welcome Home

School

Diagnose