Woonzorgcentra

Het was toch wel even schrikken, het bericht op VRT-NWS dat “8 op de 10 gepensioneerden met hun wettelijk pensioen het rusthuis niet kunnen betalen.” De vraag is alleen: “Is dat omdat dat wettelijk pensioen veel te laag is? Of komt het omdat de woonzorgcentra veel te duur zijn?”

Naar het “rusthuis” ga je op je oude dag niet omdat je dat zó graag wil, het is geen “vakantie” waar je naar uit kijkt. Naar het rusthuis gaan betekent een deel van je privacy opgeven, een deel van je vrijheid, een deel van je zelfstandigheid. Naar het rusthuis gaan betekent erkennen dat je “hulpbehoevend” wordt, het betekent dat je moet accepteren dat anderen je leven voor een groot deel gaan sturen: wanneer je kan eten, wát je zal eten, hoe je de dag doorbrengt, enzovoort. Je gaat ernaar toe omdat het niet meer anders kan, omdat je het thuis niet meer kan beredderen of omdat je kinderen van mening zijn dat je het thuis op je eentje niet meer aan kan. Je gaat ernaar toe omdat het moet. Het is niet bepaald een vrije keuze. En dan zou men toch verwachten dat zoiets voor iedereen betaalbaar zou zijn. Net zoals een dak boven het hoofd voor iedereen betaalbaar zou moeten zijn, of gezondheidszorg, of onderwijs.

Het is zéker zo dat ons wettelijk pensioen eerder karig is. Toch in vergelijking met ons loon: in België bedraagt het wettelijk pensioen (vooropgesteld dat je een volledige loopbaan achter de rug hebt, wat dikwijls niet het geval is) amper 46% van je laatst verdiende wedde. (Het Europees gemiddelde bedraagt 57%.) Voor een “gewone werknemer” komt dat op hooguit 2000 euro bruto, in het allerbeste geval. In de praktijk ligt het eerder op 1500 of 1600 euro netto. Het verblijf in een woonzorgcentrum kost dan weer al gauw 1800 euro per maand, maar daar zijn bijvoorbeeld de dokterskosten, de telecomkosten, de medicijnen nog niet bij inbegrepen: daarvoor moet je apart betalen. Het gevolg is dus dat minstens 80% van de mensen met een werknemers- of zelfstandigenpensioen daar niet genoeg mee hebben om het woonzorgcentrum te betalen. Alleen bij gepensioneerde ambtenaren ligt dat anders: bij hen is er maar een minderheid die niet toekomt.
En dan? Dan moet je de spaarcentjes aanspreken die je een leven lang bijeen gesprokkeld hebt. Tenminste: als je wat spaargeld hebt. Want het is nu eenmaal zo dat wie het laagste pensioen krijgt, ook voorheen het minst verdiend heeft en dus het minst heeft kunnen sparen. Als ook die spaarcentjes op zijn, want we leven alsmaar langer en betalen dus ook alsmaar langer voor ons verblijf in een woonzorgcentrum, dan moeten je kinderen bij springen. Of anders het OCMW. Wat eigenlijk toch wel schrijnend en stuitend is: je hebt een leven lang gewerkt, trouw je bijdragen betaald voor de sociale zekerheid, en op het einde van je leven ben je tóch aangewezen op een aalmoes van het OCMW. Veelal ben je ondertussen ook al beland in een goedkoper woonzorgcentrum, uitgebaat door het OCMW, waar de zorg helaas navenant is…

Dat bericht over de onhaalbaar hoge kostprijs van een verblijf in een woonzorgcentrum staat eigenlijk haaks op eerdere berichten dat de woonzorgcentra hun “gasten” niet meer de zorg en aandacht en zekerheid kunnen bieden die ze verdienen en nodig hebben, omdat de woonzorgcentra te weinig financiële middelen hebben. Ondanks die peperdure kosten voor een verblijf in het woonzorgcentrum, hebben die blijkbaar ook nog eens gulle subsidies van de overheid nodig. En die zijn, volgens de sector, veel te laag. Ik stel me daar wel wat vragen bij, maar goed. Het gevolg is in elk geval dat er onder andere een schrijnend personeelstekort is. Waardoor de “klanten” dus onvoldoende zorg krijgen. Hoewel ze daar duur voor betaald hebben.

Al ligt dat personeelstekort niet alleen aan het gebrek aan centjes, het is ook gewoon zo dat er te weinig personeel te vinden is. Zoals overal in de gezondheidszorg en in de welzijnssector. Ook in de ziekenhuizen of in de thuiszorg of in de kinderdagverblijven blijven de vele vacatures open staan omdat er veel te weinig kandidaten gevonden worden. Hoe komt dat toch? Het is toch een “mooi beroep”, waarbij men (meestal, maar niet altijd) heel veel dankbaarheid terug krijgt?
Het probleem is een beetje dat we, onder andere door corona, in een vicieuze cirkel zijn beland. Door de corona-maatregelen van deze regering zijn veel verplegers en kinderverzorgers en andere gezondheidswerkers massaal moeten thuis blijven, zodat de werkdruk voor wie overbleef ondraaglijk zwaar werd. Die enorme werkdruk zorgde en zorgt ervoor dat diegenen die wél nog konden verder werken, toch afgehaakt hebben omdat ze het niet meer zagen zitten, én het zorgde ervoor dat jongeren die zich wel aangesproken voelden door een carrière in de zorg toch maar van gedacht veranderd zijn en liever uitkeken naar een minder zwaar beroep. Het gevolg was een nóg grotere werkdruk voor de overblijvers en nóg minder goesting bij jongeren om hieraan te beginnen. Waarmee we beland zijn in de huidige situatie: er worden geen nieuwe krachten meer gevonden, of in elk geval veel te weinig, en de zorg die de oudjes in de woonzorgcentra nodig hebben, die krijgen ze niet meer.
Waartoe zoiets kan leiden, hebben we onlangs ook op het journaal kunnen horen: onvoldoende toezicht of opvolging bij de toediening van de medicatie. Veel te veel ouderen in de woonzorgcentra krijgen veel te veel pillen te slikken. Vermoedelijk omdat versufte oudjes minder zorg nodig hebben? En soms krijgen ze zelfs de verkeerde medicatie of een medicijn dat ze zelfs niet mochten krijgen. En daar komen dan ongelukken van. Of zelfs misdaden, als er bijvoorbeeld te weinig toezicht zou zijn op de beschikbare medicatie.

Ik weet niet wat u daarvan denkt, maar ik heb soms de indruk dat wij in een ontwikkelingsland leven. De welvaartstaat waar wij ons zo lang op beroemd hebben, die is langzaam aan het afbrokkelen. Niet omdat er geen middelen meer zouden zijn om onze gezondheidszorg op peil te houden, wél omdat de beschikbare middelen ofwel verkeerd aangewend worden, ofwel verkeerd verdeeld zijn.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Welcome Home

School

Diagnose