Een Brood van zeven miljoen
Weet u welk land over de grootste aardolie-reserves ter wereld beschikt? Dat is Venezuela. Eind 2015 werd de Venezolaanse reserve aan olie geschat op ongeveer 300 miljard vaten. Dat is 17,7% van de totale wereldreserve. Méér dan Saoedi-Arabië.
Dan zou een mens verwachten dat het land rijk zou zijn, en de bevolking welvarend. Toch? Maar helaas: niets daarvan. Het land is zo goed als failliet, en het grootste deel van de bevolking leeft in bittere armoede. Voor een deel omdat de prijs van ruwe olie de laatste jaren, tot begin 2022, sterk gedaald was, door het grote aanbod en de verminderde vraag. Maar ook, en vooral, omdat het land alsmaar minder olie produceert en dus alsmaar minder inkomsten heeft. In 2015 produceerde het land nog ongeveer 2,6 miljoen vaten per dag, in 2020 was dat gezakt tot iets meer dan vijfhonderd duizend. Vooral door schijnend wanbeheer en corrupt management waardoor er niet of niet genoeg geïnvesteerd werd in de installaties voor de ontginning van de olie. Het gevolg van het ineen krimpen van de inkomsten was dat de staatsschuld in diezelfde periode opgelopen is van 5,1% van het “bruto binnenlands product” naar 304%. En dat alle producten die moesten ingevoerd worden, steeds duurder werden: de inflatie bedroeg in 2015 al 121%, wat betekent dat de prijzen ongeveer ieder jaar verdubbelden. In 2020 was dat opgelopen tot, naar schatting, 2,35 miljoen procent, wat betekent dat de prijzen aan de kassa er om de 18 dagen verdubbelen. Of met andere woorden: het geld is er niets meer waard. Eind september 2020 was de kostprijs van een brood al opgelopen tot 7 miljoen bolivar, of ongeveer 1,75 dollar. Begin oktober 2020 heeft de nationale bank 6 nullen van de bankbiljetten geschrapt, voor de derde keer al in 13 jaar tijd, maar dat verandert natuurlijk niets aan de levensduurte, en evenmin aan de inflatie.
Als je weet dat het gemiddelde inkomen in Venezuela toen amper 0,75 dollar per dag bedroeg, minder dan de helft van de broodprijs, dan is de conclusie rap getrokken: het grootste deel van de bevolking leeft in diepe armoede. Naar schatting 70% van de Venezolanen leeft zelfs in “extreme” armoede.
Met een ongeëvenaarde schat aan bodemrijkdommen, zou Venezuela één van de meest welvarende landen ter wereld kunnen geweest zijn. Maar het is een “Derde Wereld” land, en het zinkt alsmaar dieper weg in een economisch moeras. Hoe is het ooit zo ver kunnen komen in een land dat over gigantische schatten beschikt? Het antwoord op die vraag is eenvoudig: door corruptie, wanbeheer, stommiteiten, een gebrek aan realiteitszin.
Het is vooral fout beginnen lopen onder de huidige president Nicolas Maduro. Maduro had in 2013 Hugo Chavez opgevolgd, een charismatisch man die vooral opkwam voor de arme Indianen, de oorspronkelijke inwoners van Zuid-Amerika. Maar Maduro beschikt niet over het charisma van zijn voorganger, en maakte zich zo onpopulair dat zijn partij in 2015 de parlementsverkiezingen zwaar verloren heeft. Sindsdien regeert hij als president met een parlement dat oppositie voert. Bij de laatste presidentsverkiezingen zou hij zijn overwinning trouwens “gestolen” hebben. Daarop zijn de Amerikanen gestart met een handelsembargo tegenover Venezuela, net zoals ze dat al lang deden tegen Cuba. Omdat het land behalve aardolie over niet zo veel eigen grondstoffen beschikt, moet er heel veel ingevoerd worden. En dat viel voor een groot deel stil door het embargo. Omdat ook de export (van de aardolie) door de Amerikanen sterk gehinderd werd, vielen tegelijk de olie-inkomsten vanaf 2015 voor een groot deel weg. Waardoor het land vanaf 2016 helemaal in een economische put getuimeld is.
Wat zich in Venezuela afspeelt, is helaas geen unicum. In al té veel landen is de macht in handen van machtswellustelingen die eigenlijk te dom zijn om te helpen donderen, en die maar één belang dienen: hun eigenbelang.
Dit gezegd zijnde… Is dat niet de pure definitie van een politicus? Ook bij ons.
Reacties
Een reactie posten