Osage County

Dat ik niet alleen voor de inheemse Australiërs, de Aborigines, bijzonder veel sympathie heb, maar ook voor de inheemse Amerikanen, de Native Americans, zal ondertussen in mijn Blog wel voldoende gebleken zijn, vermoed ik. Zowel uit mijn oudere stukjes als uit mijn recentere “Mijmeringen”. Ik ben dus uiteraard bijzonder sterk geraakt door een recente film in de cinemazalen: de film “Killers of the Flower Moon”. Die film verhaalt een waar gebeurd drama uit de Indiaanse geschiedenis.

We moeten hiervoor terug naar het begin van de vorige eeuw. Zoals dat toen meestal het gebruik was, kregen de Native Americans van de Osage stam een desolaat en onvruchtbaar stuk land in Oklahoma toegewezen als reservaat: “Osage County”. Maar toen later bleek dat daar veel olie in de grond zat, en de oliemaatschappijen die bodemrijkdom wilden ontginnen, was duidelijk dat de Osage-indianen op een goudmijn zaten: zij kregen 10% van de opbrengst van de bronnen. Uiteraard kon de (blanke) regering dat niet zomaar laten gebeuren, en daarom werd door de regering in 1907 eerst beslist dat het gebied moest verdeeld worden in kleine kavels waar telkens één Indiaanse familie dan “eigenaar” van was. Liever dan dat dit één groot gebied zou blijven dat eigendom was van de hele stam. Iets meer dan tweeduizend tweehonderd Osage-indianen kregen dus elk een evenredig deel van de winsten. Later kreeg elke eigenaar na een beslissing van het Amerikaanse Congres, in 1921, een soort “voogd” boven zich, met als drog-argument dat die Indianen zelf niet capabel en niet competent genoeg waren om met die onmetelijke rijkdom om te gaan. Die “voogden” waren uiteraard blanken: advocaten vooral, en zakenmannen. En kort daarna voerden de blanken in alle stilte hun snode plannen uit: de Osage werden één voor één vermoord, zodat het eigendomsrecht van hun perceel, en dus van de olieopbrengsten, naar de (blanke) voogd overging. Er zijn toen, volgens een officiële telling in 1925, minstens zestig Osage-mensen vermoord, maar in totaal zijn wellicht meer dan honderd Indianen uit de weg geruimd. Volgens de FBI die de moorden initieel onderzocht heeft, waren die Osage door hun partner omgebracht…

Die vreselijke gebeurentissen zijn heel lang met de mantel der liefde bedekt en in de doofpot gestopt. Het is pas honderd jaar later, in 2017, dat een journalist, David Grann, het gruwelijke verhaal naar buiten heeft gebracht in zijn boek “Killers of the Flower Moon”. Het is dat boek dat nu recent verfilmd werd: een heel aparte en eerlijke “indianenfilm”.

Dit verhaal illustreert nog maar eens dat in Amerika eigenlijk alleen “het recht van de sterkste” geldt: wie de sterkste is, mag en kan zich alles permitteren, zonder enige gewetenswroeging. (Dat is, terloops, trouwens ook hoe het er in het Midden-Oosten aan toe gaat in de confrontatie tussen Israël en de Palestijnen. Ook al rechtvaardigt dit uiteraard de gruweldaden van de Hamas-milities niet.)

De Amerikanen hebben de nare gewoonte om onfrisse gebeurtenissen uit hun geschiedenis, en dan zeker als het gaat over confrontaties met de Native Americans, te “vergeten” of toch in elk geval te negeren. Zoals bijvoorbeeld ook gebeurd is met de slachting bij Wounded Knee. (Zie mijn stukje daarover: “Bury my Heart at Wounded Knee”.) Dat maakt dat al hun gepreek over mensenrechten en zo nogal hypocriet klinkt; als er één natie is die geen grote mond zou mogen opzetten over mensenrechten en over de schande van een genocide, dan zijn het de Amerikanen wel.  

Reacties

Populaire posts van deze blog

Welcome Home

School

Diagnose